Ben Meulenbeld, oud-conservator bij het Amsterdamse Tropenmuseum, geeft op 10 maart een lezing over het Hindoeïsme. Het Hindoeïsme in Zuidoost-Azië wordt wel de oudste religie ter wereld genoemd als "de eeuwige weg". Een belangrijk kenmerk van het Hindoeïsme is de veelzijdigheid in de manier van benaderen van het goddelijke.
Dit uit zich in vele vormen van rituelen en afbeeldingen van deze religie. Een belangrijke positie is er voor De Godin Devi, als verzamelnaam voor alle godinnen in alle vormen. De titel van de lezing is daarom: "Hindoe godinnen: wild of mild, moeders of monsters". De lezing begint op dinsdag 10 maart om 20.00 uur in de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther.
De toegang tot de lezing is 10 euro, inclusief thee/koffie in de pauze. Aanmelden voor kaarten kan via een mail naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Als godsdienst is het hindoeïsme een Indiase religie en dharma, of manier van leven, die op grote schaal wordt beoefend in het Indiase subcontinent en delen van Zuidoost-Azië. Geleerden noemen het Sanātana Dharma, 'de eeuwige traditie', of de 'eeuwige weg', voorbij de menselijke geschiedenis. Daarbij beschouwen zij het hindoeïsme als een fusie of samensmelting van verschillende Indiase culturen en tradities met verschillende wortels en geen grondlegger.
Alles wat is en bestaat en alle goden en mensen komen voort uit de alom aanwezige oer-essentie brahman. Na de dood keert de individuele ziel (atman) tijdelijk terug naar brahman om daarna weer te reïncarneren in een of andere levensvorm. En dat zonder einde.
De vroegste hindoegoden waren gepersonifieerde natuurverschijnselen zoals vuur (Agni) en donder (Indra). Pas rond het begin van onze jaartelling verschenen Brahma, Vishnu en Shiva als respectievelijk Schepper, Instandhouder en Vernietiger.
In het hindoeïsme is geen godheid belangrijker dan De Godin, Devi. De verzamelnaam voor alle godinnen en voor alle vormen die zij kunnen aannemen luidt Devi. Zij wordt vereerd onder talloze individuele namen.
Op het platteland waar driekwart van de Indiase bevolking leeft, geniet vanouds de met vruchtbaarheid van mens, dier en gewas geassocieerde Grote Godin, Devi, veel aandacht. Deze godinnen worden vereerd om hun krachtige bescherming. Zij worden aangeroepen in verband met ziektes en epidemieën die zij kunnen veroorzaken en doen verdwijnen. Zij moeten materiële welvaart schenken en fysieke en psychische ongemakken oplossen.
Uit de veelheid aan goden kiest de hindoe individueel een aantal goden om te vereren, afhankelijk van het eigen gevoel, temperament en levensfase. Daarom kunnen er per gezin grote verschillen bestaan in verering.
Ben Meulenbeld
Na zijn studie Kunstgeschiedenis en Archeologie van Zuid- en Zuidoost-Azië te Amsterdam, Leiden en Rome heeft Ben Meulenbeld van 1984 tot 2013 gewerkt in het Tropenmuseum in Amsterdam. Tot 2013 was hij conservator Cultuur en Geschiedenis van Zuid-Azië. Talrijke grote en kleine tentoonstellingen en bijbehorende publicaties heeft hij gemaakt, waaronder 'Van Godin tot Pin-up' over Indiase vrouwen, rolmodellen en godinnen in Indiase Calendar Art en 'Kali, Moeder en Monster', over de woeste en bloeddorstige hindoegodin die sterk wordt vereerd.
Hij doceerde aan de Gajah Mada Universiteit in Yokyakarta op Java, gaf vele lezingen en maakte tientallen culturele excursies met groepen naar landen in Zuidoost-Azië.
Ben Meulenbeld neemt je, met zijn kennis en enthousiasme, mee in de wereld van het huidige India en zijn godsdiensten. In zijn lezing komen het beeld van een religie met zijn ontelbare goden in talloze manifestaties en hun afbeeldingen ter sprake. Speciale aandacht is er voor de belangrijke positie van De Godin. Tevens wordt ingegaan op de dagelijkse praktijk van het hindoeïsme met offers op het huisaltaar, tempelbezoek, rituelen, festivals en pelgrimages.