Soms hoor je ongenuanceerde praat in de zin van: Godsdienst brengt alleen maar ellende en oorlog… Ongenuanceerd natuurlijk, want dit is natuurlijk niét waar. Dat hoef ik hier niet uit te leggen. En tóch komen deze aantijgingen niet zomaar uit het niets.
Het roept ons, gelovigen, op en dwingt ons zelfs om na te denken waar dit soort praat vandaan komt. Godsdienstkritiek kan ons namelijk ook altijd iets leren…
Wel, ik denk dat het belangrijk is om in te zien dat er een groot verschil is tussen bevlogenheid en fanatisme, tussen overtuigingen en ideologieën. En dit zowel in politieke zin als op het vlak van religie. Als men praat over geweld en oorlog door religie en godsdienst, dan heeft dat altijd te maken met godsdienstfanatísme en de ermee samenhangende politieke ideologíeën. We herkennen dit bij de kruistochten in de middeleeuwen, bij de godsdienstoorlogen in Europa een paar eeuwen terug, en bij de oorlogen vandaag de dag in het Middenoosten, en ga zo maar door.
We herkennen dit óók al bij de religieuze spanningen in de tijd van Jezus. Stefanus is de geschiedenis ingegaan als de eerste martelaar, de eerste die omwille van zijn geloof in Jezus is doodgemarteld. Na hem zouden in die eerste eeuwen nog talloze christenen worden vervolgd onder de diverse wrede romeinse keizers, zoals Nero en Diocletianus… En in veel landen gebeurt het tót op vandaag!
Dé grote vraag voor ons - christenen - is natuurlijk: hoe kunnen we voorkomen dat wij zélf geweld gaan gebruiken; hoe kunnen wij voorkomen ook zélf te vervallen tot fanatisme en ideologieen? Ik denk dat dit kan door al ons spreken en handelen steeds opnieuw te toetsen aan de kérnwaarden die Jezus ons heeft geleerd, en dat zijn: liefde, mildheid, barmhartigheid en rechtvaardigheid.
Stefanus liet zich niet verleiden tot blinde haat, maar sprak: 'Heer, reken hun deze zonde niet aan'. Hiermee doorbrak hij de keten van haat door liefde en barmhartigheid. De eindeloze negatieve spiraal van steeds meer geweld als antwoord op geweld wordt hiermee doorbroken. Fanatici kun je nu eenmaal niet met geweld aanzetten tot vrede. Misschien, misschien wél door een goed voorbeeld te stellen.
Een prachtig voorbeeld hiervan zien we bij de apostel Paulus: hij werd van fanatiek vervolger - toen nog Saulus geheten - tot één van de meest bevlogen verkondigers van Jezus Blijde Boodschap in die begintijd van het christendom. Laten ook wij daarom - gaande in de voetsporen van de H. Stefanus - ons spreken en handelen steeds blijven toetsen aan de liefde en de barmhartigheid, om zo de sóms gegronde godsdienstkritiek te kunnen weerstaan, én te kunnen worden tot geloofwaardige en oprechte verkondigers van Jezus' waarlijk Blijde Boodschap.