Iedereen heeft bij het woord vereniging een eigen beeld. Zeker is dat het te maken heeft met samen dingen doen en beleven. Of het nu sport is of cultuur: het verbindt mensen en is van grote betekenis in een samenleving.
Als ik de vraag krijg wat mijn leven veel heeft beïnvloed dan is het voor mijn gevoel het lid worden van de Katholieke Plattelands Jongeren (KPJ) toen ik 10 jaar oud was. Vroeger had je in de dorpen in Brabant niet zo veel verschillende sporten en verenigingen als nu: een voetbalclub voor de jongens, een korfbalclub voor de meisjes en de KPJ, waar toch vooral de kinderen in het buitengebied lid van waren. Maar de KPJ destijds was veel meer dan een handbalclub: naast brede sportbeoefening (ook jaarlijkse sportdagen met atletiek en gymnastiek) werd er op culturele dagen toneel gespeeld en werd je al jong gestimuleerd om bijvoorbeeld aspirantenleider te worden of bestuursactiviteiten op te pakken. Veel bestuurders in deze regio hebben hier vroeger het vak geleerd.
Positieve invloed
Waarom heeft het zo veel invloed gehad? Naast de passie voor sport en handbal in het bijzonder, heeft het mij ook veel kennissen en vrienden opgeleverd. Mijn vriendengroep bestaat nog altijd uit de personen waar ik 50 jaar geleden mee begon te handballen. Nog steeds zijn er mensen die mij aanspreken omdat ze mij kennen van die tijd.
Een vereniging is een maatschappij in het klein
In de laatste decennia is het aantal verenigingen behoorlijk gegroeid en ook in Bernheze zijn we gelukkig goed bedeeld. Een vereniging is een maatschappij in het klein: door samen te werken en verantwoordelijkheid te nemen kan het gezamenlijke doel blijven bestaan en op die manier kunnen leden het plezier beleven met samen dingen ondernemen. Als gemeente proberen we dit ook waar nodig te faciliteren.
Toch zijn er de laatste tijd wat zorgen rondom de verenigingen: we krijgen signalen dat het ledenaantal dalende is en dat het steeds lastiger wordt om vrijwilligers en bestuursleden te vinden. Het beeld dat onze jeugd liever achter een scherm zit of een individuele sport beoefent in plaats van een teamsport wordt vaker geschetst. De maatschappij kan en mag natuurlijk veranderen en daar moeten we als overheid ook rekening mee houden. Persoonlijk wil ik me graag inzetten om daar waar nodig de verenigingen een helpende hand te bieden: ik gun iedereen het geluk wat ik heb mogen ontdekken vanaf het moment dat ik als 10-jarige binnenstapte bij mijn vereniging.
Marius Tielemans,
Wethouder Werk en Inkomen, Mobiliteit en Sport