Dorpsnieuws

Joost JansenVertrouwen

‘Schrijf het visioen op, zet het duidelijk op schrift, zodat men het vlot kan lezen’, hoorden we in de eerste lezing zeggen door de profeet Habakuk. Schrijf het visioen op! En als we dat nu eens zouden doen? Jouw visioen en dat van je buurman of buurvrouw, mijn visioen. Zouden we dat aandurven?

Een visioen heeft te maken met je verlangen. Zonder verlangen geen visioen. Mijn visioen? Heeft van doen met de voortschrijdende armoede, mede door de stijging van de energiekosten. De laatste gegevens van deze week geven aan dat een kwart van de Bernhezer-bevolking hieronder lijdt. Natuurlijk ook de oorlog in Oekraïne en op zoveel andere plekken: 1 op 70 wereldburgers is op de vlucht of leeft in onveilige gebieden. Ik denk ook aan de eenzaamheid onder jongeren die met corona sterk gestegen is en na corona nog verder is gegroeid. Mijn visioen is een samenleving waar men met elkaar deelt en voor elkaar zorgt, waardoor er ook ontmoeting, verzoening en vrede komt en niemand eenzaam hoeft te zijn. Hoe mooi is dat! Maar het is er niet! Althans…

Er zijn ook hoopvolle tekenen. Klein zien om het groot uit te werken, denk ik altijd.

De Kilsdonkse molen: water en wind, en dan een dag waarin alle producten van moeder aarde worden uitgestald, in dankbaarheid. Natuurlijk: het is erg klein ten opzichte van de grote uitdagingen in onze wereld. Maar je moet toch ergens beginnen.

Er is het Gilde en het Gildekoor: een broeder- en zusterschap, ook een oefenschool om met elkaar in vrede, harmonie en verzoening op te trekken, voor God, koning en vaderland. We zien het niet echt altijd zo, maar als we stil worden in onszelf, even het lawaai van die wereld uitschakelen, dan meen ik dat ieder van ons dit zal onderschrijven. En een uurtje hier samenzijn in deze mis, is een uitstekend middel om ons te onthaasten en niet overspannen te raken. Een broeder- en zusterschap is ook een middel tegen de eenzaamheid (een hele week is het erover gegaan in de media). De verhalen uit de Bijbel en de liederen van Henk Habraken borduren voort op het visioen van vrede en gerechtigheid. Je moet er wel in willen geloven…
Natuurlijk kun je berusten in de soms erbarmelijke toestand in onze maatschappij. Je kunt zeggen: ik heb het goed – min of meer – en die ander moet het maar zelf uitzoeken. Hij of zij heeft het er soms ook naar gemaakt, hoor ik iemand opmerken. Kan wel, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik blijf geloven dat het anders kan. Mijn God is een God die zegt: het kan ook anders. Dat vind ik mooi aan God. Hij inspireert om steeds door te gaan. Dat geloof ik. Geloof is echter geen zekerheid…

Daar gaat het juist om in de beide lezingen: over ‘geloven’, geloof dat geen zekerheid is maar eerder een weg die je met vallen en weer opstaan gaat. Hoe gaan we die weg? Allereerst door bij elkaar te blijven. Dat geldt voor huwelijksrelaties, dat geldt bij geloofsgemeenschappen. Geloof gedijt bij trouw. Vóór de coronaperiode stond ik wel eens op de markt, bijvoorbeeld op het Mercuriusplein in Berlicum met het parochieblad omdat ze het daar niet huis aan huis verspreiden. Nog al eens hoorde ik: ik geloof niet. Mijn antwoord was steevast: en geloof je in je vrouw, in je man. Zo probeerde ik ‘geloven’ heel dichtbij te halen. Want, lieve mensen, vertrouwen, geloven, is heel concreet, is heel menselijk, is – zou ik willen zeggen – eigenlijk alledaags. Van daaruit kan het verder uitgebouwd worden, tot in een geloofsbelijdenis die we straks zingen.
Maar vooral: laten we dankbaar zijn, om elkaar, om deze plek, om de liefde die God ons schenkt. Laten we in elkaar blijven gekloven, op elkaar blijven vertrouwen. God is daar!

Plaats reactie


Beveiligingscode
Vernieuwen