Beste mensen: er is veel angst. Angst om besmet te raken door het coronavirus. Ook angst dat de vlam in de pan slaat met rellen in een stad waar wellicht familie woont. Angst voor de toekomst van onze economie: waar moet dit eindigen? Men zegt wel: angst is een slechte begeleider. Dat is zo. Angst verlamt. Angst doodt creativiteit. Angst ontneemt levenslust. Wat doen we er aan?
Laat ik eerst toegeven dat angst soms wél goed is. Wanneer je in een gevaarlijke situatie terecht komt en je wordt bang, dan maakt je lichaam adrenaline aan en dat geeft je kracht om de situatie het hoofd te bieden. Meestal gaat het goed… Neemt niet weg dat er vandaag angst is voor het gevaarlijke virus en dan ook nog een nieuwe mutatie uit Zuid- Afrika.
Wat doe je bij angst? Ik sla mijn Bijbel open want ook mensen in eerdere tijd hebben dit meegemaakt. De omstandigheden zijn anders, wat het in een mens oproept is vergelijkbaar. Van die verhalen, van die ervaringen, kan ik leren. Wij allemaal. Wat lees ik? Allereerst dat je, wat je overkomt, benoemt. Ze besterven het van schrik bij het gebulder van de onstuimige zee. Denk even aan die bootjes met vluchtelingen op weg naar Engeland.
Het gevaar aankijken is een eerste vereiste om met het gevaar te kunnen omgaan. Vandaag zijn we er niet zo goed in. We richten ons snel op een overheid die anders had moeten reageren, sneller, doelgerichter. We zoeken zondebokken om de schuld van ons af te schuiven. Want laten we eerlijk zijn, er kunnen nog zoveel maatregelen worden afgekondigd, ‘de’ Nederlander trekt zich er niet zoveel van aan. De 11/11 moet toch gevierd worden en twee weken later is er een hausse op de ic’s. Laten we beginnen met stil te blijven staan bij de gevaren die er concreet zijn.
Vervolgens een oproep om waakzaam te zijn en te bidden. Waakzaam: dan blijf je dus actief bezig. Je laat je niet wegslaan door al dat geweld. Hoe je dit kunt? Door te bidden. Gebedjes bidden? Misschien, maar je kunt ook even passen op de plaats maken, rustig gaan zitten, luisteren naar je hart zodat je misschien iets hoort dat de goede God je influistert. Of nog dichterbij: wanneer je rustig wordt van binnen dan herinner je je wellicht een opmerking van die of die, een woord dat je net even verder brengt. God spreekt ook vaak door mensen heen.
Waakzaam-zijn en bidden: iedere eerste zondag van de advent is dat het parool. Er komen nog drie zondagen en dan keren we ons gerichter op het feest van Kerstmis, het feest van de geboorte van Gods Zoon in ons midden. We moeten eerst al dat gebulder van de onstuimige zee achter ons laten, al die talkshows over het corona-virus en de persconferenties. Uiteindelijk kunnen we op onze kleine plek slechts waken over onze naasten, gezond verstand gebruiken én bidden dat wij en velen met ons, positief besmet blijven met hoop, hoop voorbij de angst is.
Dat is een positieve houding die van ons christen-gelovigen wordt verwacht. Waarom? Omdat we in een traditie staan waarin mensen voor hetere vuren hebben gestaan. Die Jezus die met Kerstmis geboren gaat worden, is aan een kruis geëindigd. Titus Brandsma, waarvan deze week bekend is geworden dat hij heilig verklaard wordt, heeft zijn rug recht gehouden tegen het virus van het nazisme en is in concentratiekamp Dachau vermoord. Anderen, waarvan we de namen niet kennen, werken tegen de verdrukking in om vrouwen en mannen vrij te maken van verdwazing en de vlucht in de cocaïne. Ook dit is er allemaal. Laten we onze geest open houden voor wat er allemaal in de wereld aan de hand is én wat we met de boodschap van Jezus kunnen verbinden. Er is geen berg te hoog of water te breed voor de reikwijdte van de Blijde Boodschap.
We hebben één kaars ontstoken aan de adventskrans, er volgen nog drie. We laten het licht groeien, niet alleen in ons binnenste maar ook naar onze huisgenoten en tochtgenoten. We waken over hen, we bidden voor hen. We waken ook over God die ons nodig heeft in deze hectische wereld. We bidden voor allen en ook voor God want Hij heeft onze aandacht nodig.
Joost Jansen, norbertijn
RSS lijst met reacties op dit artikel