Hoe reageer je op anderen, hoe kijk je naar hen. Met het hoofd of met het hart? Ik werd geraakt door een spreuk aangereikt door Pax Christi: ‘De vijand in je hoofd neemt meer plaats in dan een vriend in je hart.’ Dit is zo waar en herkenbaar. Irritaties tussen mensen, maar ook strijd tussen volkeren hebben veelal te maken met een manier van denken.
Wanneer grote groepen mensen hun toevlucht zoeken in onze veilige Westerse wereld roept dit bij mensen angst op om verworven rechten te verliezen. ‘Ze pikken onze banen.’ ‘Ze nemen onze huizen.’ Maar wanneer er één vluchtelingkind aan onze deur klopt of ons aankijkt op de televisie, dan smelt ons hart. Hoofd en hart zijn niet altijd in balans.
In zo’n houding word ik ook geholpen door het verhaal van Jezus. Hij wijst zijn vrienden die nog denken in het patroon: zij/hullie en wij, dat het daar helemaal niet omgaat. Het gaat erom dat er iets goeds gebeurt, of die mens nu van de kerk is of niet, gelovig of niet-gelovig, van links komt of van rechts. Laten we het een beetje toepassen op het thema van deze week: vrede. Hoeveel mensen zetten zich hiervoor in? Velen, kerks en niet-kerks. Maar natuurlijk zijn ze niet genoeg want er is nog te veel strijd en oorlog. Als nu mensen waarvan je het helemaal niet verwacht duivels van haat en nijd uitdrijven, word je dan jaloers? Ik hoor in het evangelie: kijk naar wat aan goeds gebeurt en oordeel niet. Wees er blij om.
Heeft het dan voor mij helemaal geen zin om me met het geloof bezig te houden als het ook – klaarblijkelijk – ook zonder kan? Natuurlijk wel. Ik zeg het niet omdat ik pastor ben, ik zeg dit omdat het mijn diepe overtuiging is. De verhalen die ik iedere keer weer hier hoor en die ook in mijn bijbel staan, houden me bij de les. Ik voel ook de kracht van Boven en ik accepteer gemakkelijker tegenslagen. Zovelen in het voetspoor van Jezus hebben tegenslagen en mislukkingen gekend, net zoals hun grote voorbeeld, en toch zijn ze hoopvol gebleven en zijn ze blijven werken aan het goede. Weten dat er een hemel is, geeft zoveel rust en relativeringsvermogen hier in het Ondermaanse. Geloven dat je vader en moeder, misschien wel je man of vrouw veilig zijn daarboven maakt dat je anders met je verdriet omgaat. De getuigenissen van de nabestaanden van het vliegtuig MH17, drie weken lang, laten zien hoe velen alleen maar in hun verdriet zijn blijven steken. Begrijpelijk, en toch…
Het gaat Jezus in zijn boodschap dat je het goede doet. En wat is het goede doen? Een beker water geven, met je handen delen wat je hebt, met je ogen aandacht hebben voor het goede, wie slecht loopt meenemen in de elektrische auto van de KBO. U merkt het is allemaal zo dichtbij en mensen doen het al. Het goede doen om het goede. Niet om er zelf beter van te worden. Als dit laatste toch gebeurt, is het mooi meegenomen. Het goede doen om het goede…
Dit is volgens mij de enige weg om tot echte vrede te komen. Helemaal afzien van eigen belang, voor je zelf of voor je land. Geen verborgen agenda hebben, ook niet die van het economisch belang van een paar duikboten zoals nu bij Frankrijk. Gewoon je inzetten in het verbeteren van relaties omdat het in wezen goed is als mensen tot elkaar worden gebracht. Ik volg steeds met grote instemming wat een beweging als Sant’Egidio mondiaal doet om strijdende partijen tot elkaar te brengen. Gewoon omdat Jezus heeft gezegd: ‘Zalig zij die vrede brengen.’ Geen andere reden hebben dan deze, om dat woord van Jezus. Hij heeft het tweeduizend jaar geleden gezegd en mensen leven er nog van, vandaag. En dan kunnen omgaan met het feit dat bij vrede-stichten je meestal veel teleurstellingen moet incasseren om uiteindelijk ergens een kleine stap te maken. Dit gaat niet alleen op in de internationale verhoudingen, het speelt ook op het kleine terrein van ons dagelijkse verkeer met elkaar.
Vredeszondag: blijven werken aan het goede om het goede, om wat mensen tot vrede brengt en ook tot geluk. Het is werken aan jezelf omdat echte vrede alleen ontstaat dankzij mensen die in vrede zijn met zichzelf. Mensen die meer ruimte geven aan de vriend in hun hart dan aan de vijand in hun hoofd.
Joost Jansen