Op de hongerdoek staat centraal een huis, de zijkant is open. Er is een bres geslagen. Corona heeft ook in ons gezamenlijk huis een bres geslagen, een fundamentele aanslag op ons ‘veilig-voelen’. Gelukkig reageren we nuchter, zoals premier Rutte zegt. Of toch niet, want toiletpapier is bijna nergens meer te koop. Individualisering ten top.
Toch stelt zo’n bres, zo’n aanslag, ons vragen. Hoe is het gesteld met onze weerbaarheid? Waar ontvangen we voldoende energie? Van wie ontvangen we voldoende ondersteuning? Jezus ontmoet een vrouw bij de Bron, we hebben het gehoord in een lang verhaal. Ook zei stelt de vraag naar energie, steun, de vraag naar water, levend water.
Er zijn veel verhalen in de Bijbel van mensen bij een bron. Het is een universeel thema. Tussen haakjes: van de vroegere abdij van Berne is slechts een put, een bron, overgebleven. Iconisch, zou ik zeggen. Terug naar ons verhaal: de evangelist Johannes verwijst ons in dit verhaal van de vrouw, de Samaritaanse, bij de bron naar het verhaal van Jakob. Ook daar een bron met een grote deksel er op. De bron is afgesloten. Rachel komt er water putten voor haar kamelen. Maar wie tilt het deksel van de put? Jakob, als echte gentleman, natuurlijk en enige tijd later is hij met Rachel getrouwd en heeft hij haar zus Lea erbij gekregen. Er staat niet in ons verhaal van Jezus bij de Bron dat de Samaritaanse water heeft geput. Neen, er ontspint zich een discussie wat/wie nu echt voldoende geestelijke energie, levend water geeft. Een discussie met ups en downs. De twee zitten lange tijd op een verschillende golflengte. Luisteren naar wat de ander echt bezighoudt, is niet altijd even eenvoudig.
Ik word geraakt door de omgekeerde beweging waarmee het verhaal begint. Als mensen angstig worden, in paniek raken (en hamsteren is daarvan een uiting), zich overschreeuwen omdat ze onzeker worden, dan kan het gebeuren dat ze gaan bidden. ‘Geef ons kracht, geef ons levend water’, of iets dergelijks. Nood leert bidden, zeggen we. We keren ons tot God, tot Jezus, tot Maria, of bidden op voorspraak van de heilige Antonius abt, want die is toch voor de pestlijders? Maar hier begint het verhaal anders. Jezus vraagt: ‘Geef Mij te drinken.’ Een omgekeerde beweging. De Samaritaanse is verbaasd. Eigenlijk zouden ook wij verbaasd moeten zijn, ware het niet dat wij dit verhaal al zo vaak hebben gehoord. Het is soms moeilijk om op een nieuwe manier te luisteren. Toch staat het er: ‘Geef Mij te drinken.’ Dat vraagt Jezus ons. ‘Het water van het doopsel hebben jullie al gehad, geef Mij nu maar eens te drinken.’ Ik vind het tamelijk choquerend. Jezus, God, die mij vraagt om Hem van dienst te zijn in de eerste levensbehoefte, water. Wat zou ik Hem vandaag kunnen geven, waaraan zou Hij vandaag nood hebben? Ik denk allereerst: vertrouwen. Wanneer ik luister naar de vragen van mensen rondom het Coronavirus dan gaan vele vragen in die richting. Maar ook om verbonden te blijven nu de sociale cohesie op de proef wordt gesteld. De burgemeester van Tilburg kan dan wel mooi spreken over ‘sociale onthouding’ en verwijst naar de katholieke roots van Brabant, er groeit meer eenzaamheid. ‘Geef Mij te drinken’, vraagt Jezus. Hij is het die water vraagt, die vertrouwen vraagt, die aandacht vraagt voor elkaar. Dat schudt mij wakker en ik hoop jullie ook. Jezus die zich geheel en al plaatst onder de mensen die nood hebben aan van alles.
Uit welke bron putten wij dan? Uit welk vaatje tappen wij? De bron die God bij ons doopsel jaren geleden in ons heeft aangeboord. De bron van het doopsel dat de gezamenlijke basis is waarop we hier bijeen zijn en samenleven. Het doopsel waardoor we al eens kopje onder zijn gegaan en waardoor we de beproeving aan kunnen van afsterven en weer opstaan. Lijkt me nogal uitdagend met het oog op de grootse plannen die we hebben voor onze abdij. De bron van ons doopsel als energiecentrale. Als wij die Jezus water geven dan mag ik er op vertrouwen dat dat water ‘levend water’ wordt. Dan zal de bres die in ons huis geslagen is een gastvrije opening worden voor mensen die dorst hebben, hoe die dorst er ook uitziet. Dorst naar vertrouwen, dorst naar samen, dorst naar gemeenschap. Geeft ons dit perspectief?
Joost Jansen, pastoor