Het is een van de laatste keren dat we in deze kerk van Heeswijk bij elkaar komen voor het vieren van de liturgie. Niet voor niets hebben we deze kerk gekozen – onder de vier kerken van onze parochie Heilige Augustinus – om samen te zijn in omzien en vooruitzien.
Het onttrekken van een kerk aan de eredienst (zoals dat officieel heet) is een pijnlijk proces. Ik wil het alleen aanraken omdat er op veel momenten en plaatsen hierbij reeds is stilgestaan. Maar… dit rouwproces zal gaande blijven.
Ik wil het feit dat we ’n kerk moeten sluiten plaatsen binnen een breder kader waarmee we versneld te maken hebben. Het christendom raakt ‘uit de markt’. Ik gebruik deze uitdrukking niet om modieus te zijn. Het christendom moet opboksen tegen een groot aanbod van stromingen, meningen en (niet te vergeten) vrijetijdsaanbod. Het christendom verliest vaak het gevecht op de markt van de zingeving. Veelal ook omdat mensen van de kerk hun geloof niet op een aantrekkelijke manier uitdragen. Ik gebruik het woord ‘christendom’ omdat die uitdrukking het beste weergeeft het geheel aan gewoonten en religieuze praktijken die ons vanuit een ver verleden zijn aangeboden en waarin velen zich lange tijd veilig hebben gevoeld, kortom: de geborgenheid van het Rijke Roomsche leven. Die tijd is voorbij. Helaas, misschien… We hebben echter met dit nuchtere gegeven als parochie, als kerk van het jaar 2020, rekening te houden.
Toch ben ik niet pessimistisch en blijf ik hoopvol. Waarop is dit gebaseerd en wat kan ik, kunnen wij, doen? Ik waag me aan een vooruitblik. Zelf stel ik mij geregeld de vraag: heb ik dat christelijke geloof wel nodig voor mijn bestaan? Vroeger noemden we dat (en ook vandaag) een ‘gewetensonderzoek’. Zou ik voor mijzelf een bestaan kunnen zien zonder die schat aan geloof die me gegeven wordt? U zult denken: dat is toch voor de hand liggend als pastoor? Toch vind ik het voor mezelf goed om me deze vraag zo af en toe te stellen. Ik kom namelijk mensen tegen die hun leven zonder enige religieuze grondslag vormgeven en die het gewoon goed doen. Toch is dit voor mij niet weggelegd: ik ervaar gedurig dat ik geborgen ben, niet alleen bij mensen (dat kan af en toe wel eens onder spanning komen te staan) maar ook bij God. Ik ervaar dat ik altijd bij Hem terecht kan. Soms is Hij wat ver weg, soms gaat Hij een blokje om, maar dan plotseling is Hij er weer en daar ben ik Hem dan dankbaar om.
Wat doe ik er aan om dit levend te houden? Wat kunnen wij er aan doen om geënt te blijven op die stroom van leven, ook nu het christendom in het verdomhoekje zit? Ik blijf de verhalen lezen. Herman Finkers – we hebben zo juist dat gedicht van hem gelezen - doet dat ook. Hij zegt ergens dat hij chronisch besmet is met het christelijke geloof. Dat woord ‘chronisch’ heeft bij hem een bijzondere inhoud want hij heeft chronische leukemie, dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Dan krijgt zo’n mening en dat woord ‘chronisch katholiek’ wel body.
Ik lees ook het verhaal van het evangelie. ‘De tijd is vervuld’, klopt. Het jaar 2019 loopt ten einde. Vervuld? Of: onvervuld? In ieder geval ten einde. Er blijft natuurlijk veel onvervuld, maar toch. Ik leef met hoop. Waarom: omdat die power van de goede Geest van God, die dynamiek van zijn Rijk, onder handbereik ligt. We hoeven het maar op te pakken. Hoe? Allereerst door de verhalen door te vertellen, de verhalen over een milde God, over Jezus die een levensweg aangeeft, over een goede Geest die geschonken wordt aan ieder die zich voor die Geest van God opent. Die verhalen van onze mooie geloofstraditie kun je overal delen, daar heb je geen kerkgebouw voor nodig. Kom samen onder een boom of in een garagebox, zegt paus Franciscus. Zo eenvoudig is het. Waarom zo eenvoudig? Omdat het gaat om dat innerlijke verlangen, die innerlijke dynamiek, de dynamiek van God. We moeten geen overlevingsstrategie ontwikkelen in een sterfhuisconstructie maar een levensstrategie. Durven veranderen en dat met elkaar.
Joost Jansen