Soms kun je het gewoon beu zijn. Je hebt nog zo goed je best gedaan. Je bent hartelijk geweest en dan weer streng, niets helpt om je zoon, je dochter te bereiken. Je hebt hard gewerkt, steeds het profijt van het bedrijf voor ogen gehouden, en dan verlies je toch je baan. Stank voor dank! Om moedeloos van te worden. Wie herkent dit niet?
Die vissers uit het evangelie voelden dit ook. ‘De hele nacht hebben we gezwoegd zonder iets te vangen.’ Nu zullen ze dit wel meer hebben meegemaakt, maar er spreekt toch een teleurstelling uit hun woorden. En dan kan Jezus in de boot bij Simons Petrus nog zo mooi aan het preken slaan, woorden brengen geen brood op tafel. Er zal gewerkt moeten worden en vis gevangen.
Ik zie in dat verhaal dat we vandaag krijgen veel aanwijzingen over hoe onze kerk er vandaag voor staat. Het is geen succesverhaal. De voorgangers blijven de Blijde Boodschap vanaf de preekstoel verkondigen, zoals Jezus vanuit zijn bootje. We kunnen niet prat gaan op grote successen en op een dynamiek die de samenleving drastisch verandert ten goede. We zijn een beetje uitgespeeld en we verliezen daardoor klanten. ‘Zielen zult u bedoelen’, hoor ik sommigen denken. Ja, u hebt gelijk, al die mensen hebben ook een ziel. En die ziel verlangt naar geluk, naar gemeenschap, naar welbevinden-met-elkaar. Kunnen ze dit dan niet in ons midden vinden?
Wordt dit een triest verhaal? Neen, wel een realistische kijk. Ik zou willen zeggen: het wordt een Bijbelverhaal, een christelijk verhaal, want het omgaan met teleurstelling zit helemaal ingeschreven in het DNA van het christendom. De christelijke boodschap gaat niet voorbij aan het kwetsbare bestaan van ieder van ons. Laten we niet vergeten dat Jezus en zijn Blijde Boodschap op het kruis gestorven zijn. Dood. Einde.
‘Vaar eens naar het diepe, Simon Petrus, en gooi je netten toch maar uit...’ ‘Op uw woord, Meester, zal ik het doen.’ Wat gebeurt hier? Tegen alle verwachtingen in en misschien ook wel tegen zijn gezonde verstand in, pakt Petrus Jezus’ vraag op. Dit is echt niet te beredeneren: Petrus is visser, Jezus timmerman. Hoe kan een timmerman nu verstand van vissen hebben! En toch doet Petrus het. Hij vertrouwt Jezus. Hij vertrouwt Hem op zijn Woord. Want heeft die Jezus het niet vaker gehad over ‘een geloof dat bergen kan verzetten’? Heeft Hij het niet gehad over vertrouwen in onmogelijke situaties. En toch… de bevrijding zit ‘m in te blijven doorgaan met wat je gewoon bent te doen. Zeg ik vaak tegen mensen waarvan de man of de vrouw is overleden. Doe wat je altijd gewoon bent te doen. Met het gemis, met de teleurstelling, met het verdriet. Pas dan leer je in de dagelijkse dag met die teleurstelling omgaan. Petrus gaat aan de slag. En… hij krijgt een overvloed aan vissen. De andere bootjes moesten er bij komen en ook zij profiteerden van de rijke vangst.
De reactie van Petrus? Huiver voor het onmogelijke dat hier gebeurt. Zoals die huiver van de profeet Jesaja in de eerste lezing. Iets groots overkomt je. Niet de reactie: dat is mooi meegenomen. Puur toeval dat die school vissen nu net in mijn netten zwom. Niets van die redeneringen die het allemaal weer controleerbaar maken. Neen: huiver en dankbaarheid om het wonder dat geschied. Met de consequentie: hier moet ik mijn leven aan wijden, want dat horen wij ook.
Wat je belangeloos overkomt heeft altijd met liefde te maken. Het is een gave die je overkomt. Wat je belangeloos, gratis, overkomt, maakt je ook verantwoordelijk. Petrus en zijn maats hoeven niet hun hele leven om te gooien. Zij blijven vissers, maar nu van mensen. Hun aanvankelijke teleurstelling hebben ze over-leefd, ze gaan verder, nu als vissers van mensen. En het net is die nieuwe gemeenschap van Jezus, de kerk, dus wij samen. Heel verschillende vissen, wel bijeen gebracht. En ook zelf weer geroepen om de grauwsluier af te gooien en met huiver en dankbaarheid de Blijde Boodschap met anderen te delen. Het geeft zoveel leven en bemoediging. Het maakt op een hele bijzondere manier gelukkig.
Joost Jansen, Abdij van Berne