Het dagblad TROUW vraagt aan mensen wat het Allergewoonste woord van het afgelopen jaar is (naast al die andere enquêtes over het speciaalste woord, of de beste sportman/sportvrouw, of het beste worstenbroodje, of de beste oliebol). Uitslag: het woord ‘gewoon’. Het lijkt zo voor de hand te liggen. ‘Doe het gewoon.’ ‘Hoe voel je je vandaag?’ ‘Nou, gewoon, niets bijzonders.’
Toch is dit bijzonder want in de vele nieuwjaarswensen – kijk eens om je heen of lees de kaarten die je gekregen hebt – het moet allemaal spetterend, bruisend, subliem, bijzonder, enz. gaan in het nieuwe jaar 2019. ‘Gewoon’ is er niet bij, dat is toch te gewoon. Wanneer we maandag op ons werk komen en er wordt ons gevraagd hoe het geweest is de laatste dagen, dan kun je niet aankomen met ‘gewoon thuis geweest’. Men kijkt je wellicht meewarig aan: zij maakt toch niets mee…
Wat zien die herders in de stal van Betlehem: gewoon een jong stel dat net een kindje heeft gekregen. Zoals wij allen ’n keer geboren zijn en onze ouders gelukkig waren met onze komst. Een heel gewoon tafereel. Tegelijkertijd bijzonder. Dat weten wij allemaal: iedere geboorte is een natuurlijk proces en tevens is het iedere keer weer een wonder dat je aan een nieuw mensje het leven mag schenken. In het gewone het bijzondere… Daarvoor moet je net even stiller worden dan je gewoonlijk bent. Het lawaai van het vuurwerk laten we achter ons. De boze geesten, de kwade machten zijn voor ons gevoel verjaagd. Maar ze blijven er toch, laten we ons zelf niets wijs maken.
Wat maken die herders in de stal verder mee? Dat het kind een naam krijgt: Jezus. Betekent ‘God redt’. Dus niet dat de mens zichzelf redt en een ander niet nodig heeft, dat komt vandaag meer voor. ‘God redt’: de naam Jezus haalt je uit je comfortzone en opent je voor de zegen van omhoog. De eerste lezing gaat erover. Het gaat er niet om dat je een zegen voor elkaar probeert te zijn, maar dat je Gods zegen ontvangt opdat je een gezegend leven met elkaar kunt leiden. Heel gewoon.
Die herders gaan naar huis, ze nemen hun gewone dagelijkse leven weer op. Werkt die boodschap van de engelen ‘Vrede op aarde en in de mensen een welbehagen’ verder in hun dagelijkse bestaan? Daar is het toch wel om te doen: geloof in het gewone leven. Openheid houden voor die werking van een reddende God in de volgende 364 dagen. Dat zou ik graag ons allen toewensen. Ik wens het onze parochie en de parochianen toe dat in ons dagelijks bestaan anderen iets er van merken dat we hier bezig zijn, met een boodschap van hoop en vertrouwen, een boodschap van geloof, hoop en liefde. Ik wens ons allen toe dat we in het gewone leven bijzondere momenten mogen ontvangen, ja zelfs dat het dagelijkse bestaan met elkaar bijzonder is.
Kan dat? Ja, ik denk dat het kan. Wat er voor nodig is? Dat ieder van ons ’n moment van de dag – en meestal is dat op het einde van de dag – even stil staat bij de vraag: ‘Wat heb ik bijgedragen aan het welzijn, het welbevinden van die anderen?’ Even wat zelfreflectie. Is dit zo vreemd? Ik denk dat dit een gemeenschap opbouwt. Dat hebben we nodig. Niet alleen de grotere samenleving om ons heen maar ook onze parochie die binnenkort twee jaar bestaat. Daarvoor – zo meen ik – zullen we als parochianen de eigen comfortzone van de lokale geloofsgemeenschap moeten verlaten en instaan voor die grotere beweging van mensen die zich christenen noemen en het ook zijn. Het geeft zoveel meer energie als we over eigen grenzen heen durven kijken. Wereldwijd zijn christenen bezig en staan voor een blijde boodschap van hoop, vertrouwen en liefde.
Heel dichtbij staan mensen op het Mercuriusplein voedsel intezamelen, bij de kerken van Dinther, Heeswijk en Loosbroek evenzo. De zorg voor de kwetsbaren is de lakmoesproef van ons geloof. Hoe verder in onze nieuwe parochie? Gewoon oppakken wat op ons bordje ligt en adequaat en doelmatig handelen. Niet eerst eigen nest veilig stellen maar zien of onze bedrijfsvoering nog van deze tijd is en hoe het doelmatiger kan. Niet om de efficiency maar om meer tijd vrij te kunnen maken voor wat essentieel is aan ons geloof. En essentieel is de aanwezigheid bij alles en ieder, gewoon omdat je christen bent. Aanwezigheid ook daar waar je als kerk niet verwacht wordt. Er is nog veel te halen. En gedurig onderweg blijven. Het thema van de pelgrim is mij dierbaar en al pelgrimerend ontdek je veel, ontmoet je veel mensen, en kom je eens uit in die rust en stilte die van God is (en bij God is).
Joost Jansen – Abdij van Berne