Juist nu de winter afgelopen leek en her en der al voorjaarsbloemen tevoorschijn
kwamen, slaat hij alsnog stevig toe. Hebben de dieren het nu niet veel te koud? Is
er wel genoeg te eten en te drinken?
kwamen, slaat hij alsnog stevig toe. Hebben de dieren het nu niet veel te koud? Is
er wel genoeg te eten en te drinken?
Dat is echter geen probleem. De wisenten,
taurossen en exmoorpony’s die in de Maashorst grazen hebben weinig te lijden
van de winter.
Geen huisdieren maar wilde en halfwilde grazers
De wisenten, runderen en paarden op de Maashorst zijn aangepast aan een leven buiten, in
de vrije natuur. Ze leiden een heel ander leven dan koeien of paarden op een boerderij of
manege. In de herfst maken de grote grazers een dikke wintervacht aan, die ze pas later in
het voorjaar inwisselen voor een dunne zomervacht. In natuurgebieden grazen ook veel
minder dieren dan in een boerenweiland. Aan het eind van de herfst staat er nog flink wat
gras en ruigte. Prachtig als beschutting en voedsel voor insecten, muizen en vogels. De
grazers kennen de gebieden waar ze leven door en door. Ze weten precies waar ze moeten
zijn voor voedsel, vocht en beschutting. Zeker nu met die harde, koude wind is dat van
levensbelang. Ze weten prima de zonbeschenen en windluwe plekken te vinden en ook dat
ze niet het ijs op moeten gaan. De jonge dieren leren van de oudere, meer ervaren dieren.
Zo leren ze ook zelf wakken te hakken aan de oevers van bevroren vennetjes. Uit voorzorg
maakt de kuddebeheerder in elk graasgebied wat wakken in het ijs, maar vaak is dat niet
nodig en hebben de dieren zo hun eigen plekje om aan drinkwater te komen.
De winter is goed voor de gezondheid van de grazers
De grazers hebben de winter nodig om in conditie te blijven! In de zomer is er een
overvloed aan voedsel. Ze eten dan de hele dag door vers, eiwitrijk groen. Op die manier
bouwen de dieren een flinke vetreserve op voor mindere tijden zoals nu. In de winter
verbranden de dieren hun vetreserve. Ze vallen dan af, zoals dat al miljoenen jaren gaat in
de natuur. En anders dan in de zomer eten de dieren ’s winters meer vezelrijk voedsel.
Broodnodig voor hun spijsvertering.
Goed gekleed tegen de kou
De wisenten, taurossen en exmoorpony’s zijn gewend aan winterse omstandigheden. Een
vetlaag, een dikke huid en een warme vacht zorgen er voor dat de kou geen vat op hen
heeft. “Warm” winterweer is eerder lastig voor ze, dan winterse kou.
Laat de grazers ook in de winter rustig hun eigen gang gaan, aai ze niet en voer ze
niet.
taurossen en exmoorpony’s die in de Maashorst grazen hebben weinig te lijden
van de winter.
Geen huisdieren maar wilde en halfwilde grazers
De wisenten, runderen en paarden op de Maashorst zijn aangepast aan een leven buiten, in
de vrije natuur. Ze leiden een heel ander leven dan koeien of paarden op een boerderij of
manege. In de herfst maken de grote grazers een dikke wintervacht aan, die ze pas later in
het voorjaar inwisselen voor een dunne zomervacht. In natuurgebieden grazen ook veel
minder dieren dan in een boerenweiland. Aan het eind van de herfst staat er nog flink wat
gras en ruigte. Prachtig als beschutting en voedsel voor insecten, muizen en vogels. De
grazers kennen de gebieden waar ze leven door en door. Ze weten precies waar ze moeten
zijn voor voedsel, vocht en beschutting. Zeker nu met die harde, koude wind is dat van
levensbelang. Ze weten prima de zonbeschenen en windluwe plekken te vinden en ook dat
ze niet het ijs op moeten gaan. De jonge dieren leren van de oudere, meer ervaren dieren.
Zo leren ze ook zelf wakken te hakken aan de oevers van bevroren vennetjes. Uit voorzorg
maakt de kuddebeheerder in elk graasgebied wat wakken in het ijs, maar vaak is dat niet
nodig en hebben de dieren zo hun eigen plekje om aan drinkwater te komen.
De winter is goed voor de gezondheid van de grazers
De grazers hebben de winter nodig om in conditie te blijven! In de zomer is er een
overvloed aan voedsel. Ze eten dan de hele dag door vers, eiwitrijk groen. Op die manier
bouwen de dieren een flinke vetreserve op voor mindere tijden zoals nu. In de winter
verbranden de dieren hun vetreserve. Ze vallen dan af, zoals dat al miljoenen jaren gaat in
de natuur. En anders dan in de zomer eten de dieren ’s winters meer vezelrijk voedsel.
Broodnodig voor hun spijsvertering.
Goed gekleed tegen de kou
De wisenten, taurossen en exmoorpony’s zijn gewend aan winterse omstandigheden. Een
vetlaag, een dikke huid en een warme vacht zorgen er voor dat de kou geen vat op hen
heeft. “Warm” winterweer is eerder lastig voor ze, dan winterse kou.
Laat de grazers ook in de winter rustig hun eigen gang gaan, aai ze niet en voer ze
niet.