4 mei 2017
Het thema voor 4 en 5 mei is al enige tijd: Vrijheid geef je door! Dat is een aansprekend motto. Het stelt ons wel de nodige vragen. Over welke vrijheid gaat het?
Is het mijn eigen vrijheid of is het onze gezamenlijke vrijheid? Wil ik niet beknot worden in mijn vrijheid van meningsuiting om met mijn tong haat te zaaien die tot oorlog leidt? Of ben ik gericht op de ander om die vrij te maken zodat we samen aan een goed klimaat van broeder- en zusterschap kunnen werken? En dan is er nog heel wat werk te verrichten!
U begrijpt het: is het ‘ik’ of ‘wij’? Dit is het dilemma vandaag, zeker nu de nadruk zo sterk komt te liggen op individuele vrijheid en het leven samen in vrijheid ook in het vrije westen onder druk komt te staan. Want als we niet meer gemanipuleerd worden door een dictator, door een Führer, door een overheid of door een kerk en we denken dat we dan – individueel – helemaal vrij mogen zijn, dan liggen Google, Microsoft en the Cloud op de loer om ons in hun gareel te houden. Want of we het inzien of niet, we worden nogal gemanipuleerd in onze keuzes voor deze tandpasta of voor die vakantiereis. Ik denk dat er voldoende nieuwe machten zijn die ons doen en laten in de toekomst zullen gaan dicteren.
Een vriend van mij – hij is enkele jaren geleden gestorven – was 23 jaar toen hij als jood in Auschwitz kwam. Hij was net afgestudeerd huisarts – tenminste zo deed hij zich voor, officieel moest hij nog een half jaar – en dankzij deze onwaarheid werd hij aangesteld in een barak om het weinige eten te rantsoeneren. Hij vertelde mij: Ik had als het ware de keuze over leven en dood in handen. Wanneer ik zag dat iemand verzwakt was, gaf ik hem nog minder. Iemand die sterk was, gaf ik wat meer. Wij wilden dat er een paar mensen deze verschrikking zouden overleven om later te kunnen verhalen. Want het gedenken van zowel de verschrikkingen als ook van de bevrijding is basis voor een leven in vrijheid en vrede. Max – zo heette hij – sprak van ‘wij’ en hij handelde heel persoonlijk. Hij, een a-religieuze jood, schaarde zich wel in de bevrijdingsverhalen van de Bijbel en ze gaven hem de kracht om door te zetten, om te blijven gedenken. Hij zei: met de lucifer waarmee de verbrandingsovens worden aangestoken kunnen ook de kaarsen op avond van de Sjabbat aangestoken worden.
Wij mensen hebben die vrijheid van keuze. Wij mensen kunnen kiezen voor de vernietiging of voor de hoop. De ik-vrijheid tegenover de wij-vrijheid, als u begrijpt wat ik bedoel.
De heilige Augustinus die zijn naam heeft geleend aan onze nieuwe parochie, leefde rond het jaar 400. De Vandalen stonden aan de poort van Rome en hebben in die tijd flink huisgehouden. Geweld is van alle tijden. Augustinus stelde zich de vraag: hoe komt het toch dat wij mensen dat wat ons dierbaar is willen vernietigen. Als bisschop moest hij dag in dag uit mensen ontvangen die ruzie hadden en vaak ging het om veel ernstiger dingen. Al die mensen willen toch gelukkig leven? Wij willen toch ontspannen met elkaar omgaan en van elkaar genieten, als het enigszins kan? En welke keuzes maken we dan?
Als we vrijheid willen doorgeven, is het dan de vrijheid om kapot te maken wat ons dierbaar is of de vrijheid om elkaar op te bouwen tot samen-leven, misschien wel tot vriendschap! Die keuze wordt ons toevertrouwd. Het is een keuze die we misschien dagelijks kunnen maken. Vele mensen die wij vanavond gedenken - of ze nu behoren tot hen die hun leven hebben gegeven in de Tweede Wereldoorlog of op andere slagvelden – hebben deze fundamentele keuzes gemaakt. Niet hun ‘ik’ stond centraal, maar het ‘wij’ van samen, het ‘wij’ van samen hopen op een betere wereld. Een wereld waarin mensen echt vrij zijn voor elkaar en deze vrijheid – en geen andere – doorgeven aan hun kinderen. Onze volgende generatie.
Joost Jansen, norbertijn