overweging op 4 september 2016
Wij leven in een vrij land, in het vrije Westen. Wij worden niet onderdrukt door dictators zoals in zoveel andere landen. Wij kunnen helemaal zelf beslissen hoe wij ons leven inrichten.
Eigenlijk hebben we daar niet een ander voor nodig. Dat is toch prachtig dat je zonder invloed van buitenaf helemaal je eigen weg kunt uitstippelen…
U voelt ‘m misschien wel aan. Als ik doorga en de vrijheid helemaal uitwerk dan beseffen we misschien dat ook wij, hoe vrij we ook denken te zijn, echt niet altijd vrij zijn. Allemaal zijn we ergens ook onvrij en worden we bespeeld door allerlei invloeden van buitenaf, en ook van binnenuit. Van buitenaf door alles wat van ons verwacht wordt om spetterend, energiek en succesvol in het leven te staan. Van binnenuit door bijvoorbeeld de jaloezie die ons doet verlangen om niet onszelf te zijn maar een ander. Want wat haar lukt, dat zou ik ook wel willen. En wat hij bezit, hoor ik eigenlijk ook te hebben. Hoe gaan we om met deze duivelse dilemma’s?
Ik kijk naar vrije mensen, die inspireren mij. Vaak zijn dat ook heilige mensen die in hun gedrevenheid grenzen weten te doorbreken. Het zullen lang niet altijd gemakkelijke mensen zijn. Ze zijn vaak tegendraads, openen nieuwe wegen. Vandaag wordt er een van hen heilig verklaard: Moeder Teresa. Op een Franse website las ik over haar: denk nu niet dat heilige mensen volmaakt zijn. Er is veel op hen aan te merken maar ze zijn wel een nieuwe weg ingeslagen in antwoord op de noden van de tijd. Zo ook Moeder Teresa met haar missionarissen van naastenliefde. Ik heb eens opgezocht hoe ze zichzelf zien: ‘Wij noemen onszelf Missionarissen van naastenliefde. De roeping van een missionaris is het uitdragen van een boodschap. Zoals Jezus gezonden werd door zijn Vader, vervuld van de heilige Geest, zo worden wij gezonden om getuigen te zijn van zijn evangelie van liefde en barmhartigheid. Dit doen wij eerst in onze gemeenschap en vervolgens in ons apostolaat te midden van de armen overal ter wereld. Missionarissen zijn wij: boodschappers van de liefde van God, vol vuur op zoek naar de mensen en hun ziel, een stralende lamp voor alle mensen, zout voor de aarde, zielen die verlangen naar Jezus.’
Dat is krachtige taal. Je voelt het elan er vanaf springen. Maar wanneer ik een tweede keer lees wat in hun Regel staat, dan herken ik ineens zinsneden die wij norbertijnen van Berne ook gebruiken: getuigen zijn van het evangelie van liefde allereerst in onze gemeenschap en vervolgens als uitstraling. Een stralende lamp voor alle mensen: Berna ut lucerna, Berne als fakkel. Zout voor de aarde: het komt rechtstreeks uit de Bergrede in het evangelie. Mooi om zo op deze bijzondere dag van Moeder Teresa herkenningsmomenten te ontdekken. Het is krachtige taal voor geroepen mensen die daardoor gewekt worden om in grote vrijmoedigheid die boodschap van liefde en barmhartigheid uit te dragen.
Want daar gaat het tenslotte om: het gaat om wat buiten jezelf gewekt wordt aan liefde, mildheid, mededogen en barmhartigheid. Elkaar vliegen afvangen of zelfs beschuldigen is feitelijk een eenvoudige zaak. En Moeder Teresa heeft dit sterk ondervonden. Vrij-zijn is nooit voor jezelf alleen. Je kunt vrij-zijn van… maar dan draait het nog om jezelf. Je laat heel wat achter je liggen. Jezus heeft gelijk als Hij zegt dat je je kruis op je moet nemen in het verlaten van wat je dierbaar is. Het is niet allemaal vanzelfsprekend en het kost ook kruim. Het gaat echter wel om iets meer. Om vrij-zijn voor.. en dan gaat het om de ander, om anderen. Het gaat om vrije mensen die gegrepen zijn door de liefde van God die ons aanspoort.
Voor dit alles hoef je echt geen heilige te zijn als Moeder Teresa. Je hoeft ook geen religieus te zijn van de Abdij van Berne of een andere gemeenschap. Je hoeft je alleen maar te laten raken door een boodschap van liefde en vergeving. Wie geraakt is kan als een gegrepen mens door het leven gaan. Als je dan de armoede ziet van een geseculariseerde samenleving dan weet je wat je te doen staat: getuigen zijn van het evangelie van liefde en barmhartigheid.
Joost Jansen, Abdij van Berne