Dorpsnieuws

Joost JansenHet gebeurt nog al eens dat ik voor een lijkbaar uitloop met een grote stoet mensen achter me. De overledene is veelal oud. Maar hoe oud iemand ook is, een vader of moeder wil je niet graag verliezen. Heftiger wordt het als je een kind ten grave moet dragen. Het kind draagt toekomst in zich, een toekomst die plotseling, bruut, is afgebroken. Hoe ga je hiermee om?

In verzet? Of in overgave? Of is het een mengeling van deze twee? Onze reactie is onvoorspelbaar.

Heftiger is het als het een enige zoon is en je als moeder ook nog weduwe bent, zoals in de eerste lezing en het evangelie. Dan gaat het tevens om je eigen toekomst en of je later nog wel verzorgd wordt. De goede sociale voorzieningen die we hier in Nederland hebben, waren er toen zeker niet. Deze weduwe wordt in haar levensbron geraakt. En als we het zo bekijken dan zijn er wel meer omstandigheden waarin je ervaart dat het meest waardevol je afgepakt wordt. Of het nu in je persoonlijk leven is of als gemeenschap, als kerkgemeenschap. Hoe ga je met zulke verlieservaringen om? Blijf je bezig met de gang naar het kerkhof, jouw persoonlijke gang of de gang naar het kerkhof van een gemeenschap, een kerkgemeenschap? Ze noemen dit soms een ‘sterfhuisconstructie’. Is er een oplossing? En als de Schrift, de Bijbel, het Evangelie, een richtingwijzer ten leven is, geeft hij ons uitkomst?

Het valt mij op hoe nabij Elia en Jezus aan deze twee weduwen zijn. Zij staan aan de kant van degenen voor wie geen partij wordt gekozen. Dat zit trouwens een beetje in hun namen want Elia betekent: de Heer is mijn God en Jezus: God redt. Nomen est omen, de naam is een voorteken. Het valt mij eveneens op hoe beiden een grote bewogenheid aan de dag leggen. Jezus is ten diepste ontroerd om deze vrouw aan wie alles ontnomen is. Zelfs haar levensbron. Daar begint ieder herstel: de ontroering, het verdriet aankijken en je laten raken in je verdriet. Wie muren om zich heen opbouwt, kan niet gered worden. Een gemeenschap, of een kerk, die zich verschanst zal zich niet kunnen laten raken door mensen, en ook niet door God. Mensen en God zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden, zo is dat nu eenmaal in ons christelijk geloof…

Daarom gaat Elia op de dode jongen liggen. Daarom raakt Jezus de baar aan. Beide profeten doen dit tegen alle conventies van die tijd in. Wat zij doen is ongehoord. Zij doorbreken door mensen gestelde grenzen. Want wie de dood aanraakt, wordt door dood bepaald. Wat gebeurt hier echter? Er is Leven! Beide jongemannen komen weer tot leven. Elia en Jezus geven het leven terug aan wie dood is gewaand. Een levensbron die is opgedroogd, stroomt weer. Hoe subtiel en intiem bijna, wordt gezegd dat de beide jongelingen aan hun moeder worden teruggegeven. Het gaat klaarblijkelijk om deze vrouwen die tot leven worden gewekt. Ze komen niet bij het kerkhof aan! Ze worden weer midden in het leven gebracht.

Deze verhalen worden ons gegeven voor ons eigen bestaan, vandaag. Het is geen bijbelse geschiedenis, het is een Levend Woord voor ons vandaag, zoals we vaak zeggen. Deze twee opstandingsverhalen – want dat zijn het feitelijk – hebben we nodig als we onszelf naar het kerkhof slepen. Of het nu een individuele persoon is of een kerkgemeenschap. Wij zijn niet bestemd voor het kerkhof en als we er toch zijn dan zingen van Leven-de-dood-voorbij. Wij zijn er eerder bestemd om ons door bewogen mensen te laten raken. Maar dan moet je die mensen wel willen zien… Vaak wordt een cocon geweven in de hoop dat deze ons beschermt. Jammer, zo’n cocon schept slechts afstand en verwijdering. Wij zijn als krimpende kerk(abdij)gemeenschap er voor om ons te laten raken door wat zich aan de rafelranden van onze samenleving afspeelt. Je opsluiten binnen de veilige muren van je kerk, betekent de dood. Je echter laten raken en ontregelen door mensen die bij je aankloppen, kan leven genereren. Je wordt even als mens en gemeenschap opgeschud en dan stroomt het leven weer, zo hopen en bidden wij. Er is de gang naar het kerkhof of er is de keuze voor leven. Staan wij op tot leven?

Joost Jansen, Abdij van Berne

Plaats reactie


Beveiligingscode
Vernieuwen