‘Als we nog wat verder zijn met de wetenschap dan is het geloof helemaal niet meer nodig’, zei een zestienjarige VWO-ster bij ons in de abdij. Een groep middelbare scholieren uit Zeist was bij ons enkele dagen te gast.
Ik denk dat veel mensen het met haar eens zijn, vandaag. Nu zijn er nog zaken die we niet weten en dan doen we een beroep op een hogere macht, zeg ‘god’.
Maar eenmaal als we alles weten dan hebben we die hogere macht, die god, niet meer nodig. Dan is god helemaal dood, zoals de filosoof Nietzsche het meer dan honderd jaar geleden al voorspeld heeft. En ik geloof dit niet…
We vieren vandaag het feest van de heilige Drie-eenheid. De Drie-eenheid van ons kruisteken: Vader, Zoon en heilige Geest. Sommigen zeggen: een feest om hoofdbrekens van te krijgen omdat dit toch niet uit te leggen valt! Ik zeg dit niet. Ik zeg eerder: het is een dag waarop wij het mysterie van God centraal stellen. We kunnen het hebben over Jezus, met Pasen uit de doden opgewekt. We hebben het over de heilige Geest, met Pinksteren ontvangen. En natuurlijk heeft Jezus het steeds over God als Vader. Onze Vader. Vandaag gedenken we, stellen we centraal, dat deze drie, deze Heilige-Drie, totaal op elkaar aangewezen zijn en dat hun onderlinge liefde onze basis is. Liefde die overstroomt, want dan is het pas liefde. Het gaat over onze liefdevolle God als mysterie. God blijft een groot geheim, ook al heeft Jezus ons meegenomen in zijn verhalen over Vader en heilige Geest. En als we alle verhalen verteld hebben dan moeten we – tenslotte – toch toegeven dat God een mysterie blijft.
Maar dat blijven wij mensen toch ook? Leven met het onbekende, met dingen die ons verstand te boven gaan, hoort nu eenmaal bij volwassen mens-zijn. Wie kent ten volle zijn eigen vriendin, zijn eigen man? Wij kennen elkaar helemaal, wij weten alles van elkaar, zegt een jong stel in de voorbereiding op hun huwelijk. Dat is mooi, maar ze zullen snel ontdekken (hoop ik) dat die ander toch echt anders is, hoeveel je ook van elkaar houdt. En misschien ook wel juist daarom! Er blijven altijd in ons bestaan ontdekkingen te doen. Wie dit niet heeft, is dood voordat hij is gestorven!
Wie weet te leven met het onbekende, en meer nog met het mysterie, kan zich steeds opnieuw verwonderen. Natuurlijk is het prachtig als de wetenschap steeds nieuwe ontdekkingen doet, als heel die wonderlijke schepping zijn geheimen aan ons prijsgeeft. Zal dit ooit ’n keer ten einde zijn, zoals die VWO-ster ban zestien jaar oud nog gelooft? Nog gelooft… u hoort het goed want ook de uitspraak van deze tiener veronderstelt een geloof in de kracht van de wetenschap. Maar dit is niet mijn geloof.
Ik ben blij met alle ontdekkingen die iedere dag weer gemaakt worden. Ik geloof dat God dit allemaal in de mens heeft gelegd om de rijkdom van zijn schepping verder te ontplooien. Maar dit neemt niet weg dat alles ook nog een mysterie blijft. Dat wij ons blijven verwonderen over de pracht van dit voorjaar, over wat zich in ons heelal afspeelt, wat tussen mensen allemaal mogelijk is aan liefde en barnhartigheid. Dit valt niet te beredeneren, niet te berekenen, niet vast te leggen. Dit is mysterie tussen mensen en tussen mensen en ieders God. Dit is wat God ten diepste in onze harten heeft gelegd. Zijn mysterie: Vader, Zoon en heilige Geest: en toch één God.
Wanneer voetballers bij de aftrap van een wedstrijd een kruisje slaan, wanneer wielrenners met het kruisteken een fietsenzegen ontvangen, denken ze daar dan aan? Neen, of op een bepaalde manier toch wel. Want ze maken of ontvangen het kruisteken om een link te leggen met de God die hen overstijgt en die hen veiligheid biedt. We zien ze wellicht niet zo vaak in de kerk, maar zo’n kruisteken is een oergebaar. Het is een gebed om ons hele lichaam, ons hele bestaan, te plaatsen in relatie tot God. We begrijpen het allemaal niet met ons verstand, en dat hoeft ook niet. We voelen en ervaren het wel: dat mysterie van God die vol liefde is en barmhartig. Dat mysterie van God: Vader, Zoon en heilige Geest.
Joost Jansen, abdij van Berne