Volgens traditie lukte het weer om op zaterdagmorgen de carnavalsmis te houden. Voor de 32e keer was het, geheel in stijl, een moment van vrolijke bezinning. De voorganger was Joost Jansen, ondanks dat hij al enige tijd met emeritaat is.
Om 09.11 kwam Prins Rob met zijn gevolg in de kerk en iedereen werd welkom geheten. In het openingswoord werd benadrukt dat carnaval een feest is voor iedereen. Voor jong en oud, voor alle rassen en standen.
Het openingslied maakte duidelijk dat we weer blij zijn om, na drie jaar, weer lekker te kunnen feesten. ‘De corona waar de valse noot. Twaar vur ons allen un hil gekloot’ en ‘Mombakkes af, mondkapje op. Tjonge jonge ’t waar un hil getob.’
In zijn preek keek Joost terug op vele jaren carnaval in ons dorp. Hij ging ook ‘in gesprek’ met Henk Habraken en dat het niet lukt om Heesch bij Oss te krijgen.
Iets verder in de mis werd met een lied tot de ‘Lieven Heer’ gebeden om de kleuren geel en blauw ook ‘boven’ te introduceren.. ‘Ik vraog oe Lieven Heer. Doe nou us gek ‘ne keer. En gif ze allemoal, ôk daorbove unne blauw mi gele sjaol.’
Naast alle humor was er zeker ook ruimte voor het serieuze werk. Met alle ellende in de wereld werd ook gevraagd om, daar waar mogelijk, andere mensen te helpen. De wens was er ook om, in het geval van meningsverschillen, te kijken hoe deze overbrugd kunnen worden en te kijken naar overeenkomsten in plaats van denken in verschillen. ‘We moeten naar eenheid streven, want alleen kan de mens niets.’
Aan het einde van de mis werd met het ‘Snevelbokkenlied’ bevestigd dat we carnaval konden gaan vieren met de zegen van de Lieve Heer.
Kortom: het was weer een feestelijk samenzijn. Hiervoor dank aan de commissie Liturgie Stichting Carnaval Heeswijk Dinther Loosbroek en de blaaskapel De Kornuiten. Zij zorgden ook dit jaar weer voor de juiste toon.
Figuurlijk is het dak er af en kan de feestneus op.
RSS lijst met reacties op dit artikel