Bij deze lezing bij Heemkundekring de Wojstap viel Simon van Wetten vaak terug op Franse teksten.
En die waren er veel in die tijd. Allerlei nieuwe wetten en regelingen werden er tussen 1794 en 1813 uitgevaardigd.
Lodewijk Napoleon, die door zijn broer hier als koning was aangesteld wilde graag de bevolking leren kennen. Niet alleen Holland bezocht hij maar ook de Brabantse steden.
Hij reed dan in een gele reiskoets , die door zes paarden werd getrokken. Hij werd vergezeld door een groot en kleurrijk gezelschap, dat uit 30 personen bestond en als lijfwacht reden er 60 huzaren mee. Daarnaast reden er diverse functionarissen mee, zoals adjudanten, ministers en twee lijfartsen, want de koning verkeerde niet in zo’n goede gezondheid. Hij werd niet voor niets de lamme koning genoemd of ook wel Konijn van ‘Olland.
Bij aankomst en vertrek van de koning werden in elk dorp of stad de klokken geluid en werd hij toegejuicht met “Vive le roi”? De koning deelde niet alleen geld uit, maar gaf aan de katholieken ook enkele kerken terug. Maar er moest wel een hoge belasting betaald worden. Daarvoor was in Brabant een inspecteur aangesteld. Als voorbeeld hielden Simon van Wetten en Fred Lennings als belastinginspecteur d’Averdoing een discussie over de zwaarte van die belasting.
Al met al was Lodewijk een meelevender koning dan zijn broer Napoleon de L’empereur (de keizer).
Tekst en foto's: Peter Kriele