Wanneer je de tuin van de voorburcht van Kasteel Heeswijk in loopt, zie je het kamp van de Hospitaalridders. De leden van de Historische Vereniging Hospitaalridders hebben hier gisteren hun kampement opgeslagen.
Na gisteravond tot laat nog rond hun kampvuren te hebben gebivakkeerd, is deze groep, die als hobby ‘living history’ beoefent, in de wapenzaal gaan slapen. Buiten werd het voor hen ook echt te koud nu de temperaturen voor het eerst dit najaar onder nul gedoken zijn.
De Hospitaalridders oefenen deze middag hun vechtkunsten en hun vrouwen koken een middeleeuwse pot voor het middagmaal. Zij leven dit weekend zo veel mogelijk als vrouwen en ridders uit de 13e eeuw.
Het van nabij meemaken van de zwaardgevechten is zeker spectaculair. Het is maar goed dat er zich een Chirurgijn in het gezelschap bevindt, want het vechten met zwaard en bijl leidt nog wel eens tot verwondingen.
Er is echter meer te zien. De Chirurgijn vertoont zijn kunsten en de kinderen kunnen leren schrijven op een wijze zoals dat in die tijd gedaan werd. Daarnaast worden de kinderen uitgenodigd ridderkleding aan te trekken. Zij moeten dan wel in die kledij een rondje hard lopen. Dat valt niet mee want een maliënkolder is best zwaar.
De ridderorde van de hospitaalridders ontstond tijdens de kruistochten. In het begin was het een orde van monniken die in Jerusalem een hospitaal voor pelgrims beheerden, maar na verloop van tijd werd het noodzakelijk hun zorg voor de gewonden te combineren met de krijgskunst. Nadat de kruisvaarders uit Palestina verdreven waren, vestigde de orde zich op Cyprus. Karel V schonk hen begin 16e eeuw het eiland Malta en zo ontstond de naam Maltezer ridderorde.
De Maltezer Orde bestaat nog steeds. Het is een elitaire groep die zich in deze tijd bezig houdt met het begeleiden van Lourdesreizen en het verzorgen van zieken. Jonker Louis en Baron Willem van den Bogaerde van Terbrugge, de laatste bewoners van Kasteel Heeswijk, waren lid van de Maltezer ridderorde.
Meer weten? Zie www.hospitaalridders.nl .
Tekst en foto’s: Fred Lennings
