Het blijft een bijzonder geluid als de klokken van de kerk beginnen te luiden en de mensen in het dorp laten weten dat er iets in de kerk gaat gebeuren. Meer foto's
Als ik de kerk inloop komt Joost Jansen de kerkbezoekers tegemoet en knikt als een echte gastheer iedereen vriendelijk toe. Het is niet echt druk in de kerk, maar er is een mooie verzameling mensen van jong tot oud. Op de achtergrond klinkt een zacht orgelspel.
Om zeven uur begint de mis. Joost vernoemt nog even de druk bezochte carnavalsmis en heet de mensen die er nu zijn van harte welkom. Nog een extra welkom voor prins Sander en zijn gevolg.
Hij opent de viering door stil te staan bij de gedachte dat we de 40 dagen van de vasten als een bezinning kunnen zien, een soort van even terugkeren naar je zelf, naar je hart.
Er wordt gezongen en voorgelezen. In de korte preek spreekt Joost over de smartphone die voor veel mensen heel bepalend is. Hij vraagt zich met zorg af of de telefoon ons verbindt of juist scheidt. Hij vraagt ons om de komende 40 dagen onszelf nog eens vragen te stellen en er over na te denken of we vinden dat we goed bezig zijn. “Verwijl een tijdje bij je hart,” zegt Joost.
Dan wordt er overgegaan tot de zegening van het as voor het askruisje. Gisteren werden bij Ria van Hemmen in een vuurschaal de daarvoor bestemde palmtakjes al tot as verbrand. Joost legt uit dat degene die een askruisje komt halen, op deze manier laat zien dat hij of zij de vergankelijkheid van de mens erkent.
Het uitdelen van het askruisje en de communie volgen.
“En nu, op weg naar Pasen“ is een van de laatste zinnen waar Joost mee afsluit.
Als afsluiting nog enkele oude spreuken die samenhangen met Aswoensdag.
Schijnt op Aswoensdag de zon, dan wordt het een goed appeljaar.
De vastentijd zonder regen verkondigt een jaar met veel zegen.
Tekst José van der Heijden
Foto’s Nadja van Driel