DE INVASIE IN NEDERLAND 1944
Zondag 24 september 1944
Na de nacht rustig bij mijn broer te hebben doorgebracht, was mijn plan om half elf ter kerke te gaan.
Om ongeveer tien uur, echter, kwamen ongeveer een zeventigtal Duitse soldaten ons dorp binnen geslopen. De spanning onder de burgers steeg, zou het nu misschien nog tot gevechtshandelingen komen in ons dorp.
De mensen bleven allemaal binnenshuis, en niemand ging om half elf meer ter kerke. Ook ik besloot maar om thuis te blijven. Geregeld kwamen er nog nieuwe Duitsers bij en trokken in de richting Veghel. Vele mensen die op Beugt en langs den weg woonden in het dorp verlieten hunnen huizen en gingen verder achteraf naar de boeren toe.
In de Laverdonk werkte weer Duits zwaar geschut. Het gooide de garnaten van de Heeswijkse brug naar Veghel toe. Om ongeveer twee uur ging ik naar Maria toe. Onderweg kwam ik nog verschillende Duitse wagens met soldaten tegen.
Bij Maria in de buurt waren de mensen allemaal druk in de weer om de kelder onder de Melkontvangst van de Boterfabriek in orde te brengen voor schuilkelder. Ze wilden daarin de nacht doorbrengen. Om ongeveer vijf ging ik weer naar huis om met mijn ouders te overleggen wat wij zouden doen. Thuis gekomen stonden mijn ouders reeds klaar om ook te gaan vluchten. De vluchtelingen die wij in huis hadden waren ook al verder getrokken. Mijn ouders gingen naar Gijs van Zutphen (op den dries) en ik zelf zou met Maria onder het fabriek slapen.
De Duitsers waren niet van plan om zou gauw als ze de Amerikanen zouden ontmoeten om te draaien en te gaan vluchten. Dat bleek hier wel uit omdat ze een telefoondraad uitlegden en een bureau inrichten bij Dries Verhoeven en het Rode Kruis plaatsten bij Piet Heerkens in de kelder van de cafe.
In de schuilkelder was het naar omstandigheden vrij gezellig en werd de nacht rustig doorgebracht.