Een eeuwenoude stellingmolen in de Lariestraat ofwel de molen van Duffhuës. In de Lariestraat verbouwden Jeroen van Haarlem en Janneke van Schijndel hun huis op no. 13. Hun buren Kees van Helvoort en Marjanne van Schijndel werkten hard aan de verbouwing van no. 11.
Je ziet er niets meer van, maar tot 1942 stond ongeveer op de plek van no. 11 een molen en was no. 13 het molenaarshuis. En het was niet zomaar een molen!
Eeuwenoud
De molen in de Lariestraat werd gebouwd in 1903. Althans in Heeswijk, want toen hij daar gebouwd werd, was hij al 254 jaar oud. Eerder stond hij in Zaandam, waar hij in 1649 als volmolen werd gebouwd met als naam "Het Kuiken" (een volmolen of voldersmolen is een industriemolen, die werd gebruikt om wol te “vollen”. Dat is een nabewerking van geweven wollen stof waardoor de kwaliteit sterk verbeterde). Later werd hij verbouwd tot papiermolen en weer later tot pelmolen. In Heeswijk onderging hij zijn laatste verbouwing tot korenmolen.
De molen werd naar Heeswijk gehaald door Robertus Duffhuës. En de molen stond dan ook bekend als de molen van Duffhuës. Deze Robertus kwam uit Veghel (geboren op 9 februari 1867) en trouwde met een Dintherse, Johanna Maria van Lamoen. Eigenlijk wilde hij de Kilsdonkse molen kopen, maar die was te duur. Daarom besloot hij tot aankoop en verplaatsing van "Het Kuiken".
Failliet
Duffhuës bemaalde de molen zelf. Dat was geen wonder, want hij kwam uit een echt molenaarsgeslacht. Zijn broer Jan was bijvoorbeeld molenaar op de molen van Wijbosch en ook in Rosmalen werd een molen bemalen door een Duffhuës.
Als klanten had hij boeren uit de omtrek. Maar hij had natuurlijk veel concurrentie van de molen die maar een paar honderd meter verderop op de Molenberg stond. Om minder afhankelijk te zijn van de wind kocht hij later een dieselmotor. Volgens Jan Verberk (voormalig bewoner van nummer 13) vertelde hij altijd dat die motor hem de kop had gekost. Hij lekte namelijk en Duffhuës had volgens zijn zeggen 15 jaar moeten procederen tegen de fabrikant. Na het faillissement kwam het woonhuis in handen van de familie van zijn vrouw. De molen werd in 1942 afgebroken. Jan Verberk dacht dat hij elders (in België) weer is opgebouwd. Verberk kocht het huis van de van Lamoen-familie in 1954. Hij woonde er toen al 10 jaar als huurder en gedurende 7 jaar (tot 1949) woonde Robertus bij Verberk in. Bij de verkoop aan de familie van Lamoen had hij bedongen dat hij het vruchtgebruik mocht houden. In 1949 vertrok Robertus naar zijn broer Jan in Wijbosch, maar daar had hij "ginnen aard". Hij stierf in augustus 1950.
Bart van Schijndel
Dit artikel verscheen eerder in de Wojstap Kroniek als:
Twee Zaanse molens in Heeswijk en Dinther, Jan van der Leest, Wojstap Kroniek, 22e jaargang, 2002, nummer 3.
De Wojstap Kroniek is het tijdschrift voor historische publicaties over Dinther, Heeswijk en Loosbroek van de Heemkundekring De Wojstap.
Iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp kan meer informatie vinden in de Heemkamer van HKK De Wojstap, Raadhuisplein 21a, Dinther, geopend op woensdagmiddag van 14.00 – 16.00 uur.