Een opzienbarende gebeurtenis in Heeswijk.
Lourdes, Fatima, Kevelaar en, dichter in de buurt Handel, het zijn allemaal plaatsen waar mensen zeggen verschijningen te hebben gezien.
In de tegenwoordige tijd zijn er maar weinigen die nog echt geloof hechten aan dit soort verschijnselen, maar toen de mensen in heel Brabant (en dus ook Heeswijk) nog in-en-in katholiek waren kwamen dit soort wonderbaarlijke fenomenen wel vaker voor. Althans ... werd er gewag gemaakt van bovennatuurlijke verschijnselen.
In de winter van 1844 vond er iets dergelijks in Heeswijk plaats. We weten dat, omdat burgemeester Pieter Gelpke * zich ermee bemoeide en er brieven over geschreven heeft.
Het wonder
Aan de Zandkant in Heeswijk woonde de familie Jan Gevers. Als je vanaf Heeswijk komt, over de Leygraaf meteen rechts gaat dan is het derde huis aan de rechterkant thans nummer 5. Daar stond voorheen een boerderij met de kopse kant naar de weg. Aan die kopse kant werd omstreeks 1960 een nieuw woonhuis gebouwd. In 1988 werd de boerderij afgebroken. Tot nu toe hebben daar verschillende generaties van de familie van den Akker gewoond.
In dat huis deden zich in 1844 de meest merkwaardige zaken voor. De burgemeester somt op:
• een meisje heeft sinds 6 december niet meer gegeten (al 2 1/2 maand dus, want de burgemeester schrijft dit op 24 februari);
• al vijf achtereenvolgende vrijdagen heeft het meisje hevige zenuwtoevallen en gaat dan "predikatiën houden en voorzeggingen doen";
• "er zouden mirakuleuse omstandigheden plaats hebben" en bewoners van Heeswijk en andere plaatsen verzamelen zich in groten getale voor het huis van Gevers.
Het meisje
De burgemeester had ook onderzoek gedaan naar "dit zoveel opspraak makend sujet", zoals hij schrijft. Het ging hier, volgens haar eigen zeggen, over een meisje van 17 jaar, Geertruida Cornelia Johanna Sluys, geboren in Leerdam. Zij was op 10-jarige leeftijd wees geworden. Meer mocht zij van de huisbazin niet tegen Gelpke vertellen. Deze is toen maar informatie gaan inwinnen bij zijn collega uit Leerdam. Die bevestigde dat zij in 1826 in Leerdam was geboren uit protestante ouders. Maar het meisje zou "in handen gevallen" zijn van een zekere pater Wolf uit Nijmegen. Deze heeft haar in Culemborg katholiek gedoopt. Daarna zou ze tot 30 juni 1843 gediend hebben bij de onderwijzer van Heeswijk.
Het onderzoek van de "wonderen"
Op 16 februari wil de burgemeester er het fijne van weten. Samen met de plaatselijke dokter, "heelmeester P.J. van de Veer", begeeft hij zich naar de Zandkant.
Hij treft daar aan:
• "een meisje dat geene uiterlijk kenteekenen van ongesteldheid had dan eenen doek om het voorhoofd gebonden";
• een huisbazin die het meisje verhindert om veel te vertellen;
• een woordenwisseling tussen het meisje en de huisbazin over het al dan niet "gebruiken van spijs dat de eerste bekende te doen en de laatste tegenstreed".
Ongeveer 14 dagen later, op 28 februari 1844, vernam hij het gerucht in het dorp dat het bij Gevers weer heel druk was, omdat het meisje begonnen was wonderen te doen. De burgemeester haastte zich, weer samen met de heelmeester, naar de Zandkant, waar hij meer dan 100 mensen aantrof. In zijn bijzijn is het meisje "sprakeloos en zenuwachtig schreiende" en niet aanspreekbaar voor de burgemeester of de dokter. Er ontstaat zelfs ruzie met de huisbazin en de zoon des huizes of ze mag worden onderzocht.
Hoewel Gelpke nog een aantal "wonderbaarlijke" zaken opsomt die gebeurd zouden zijn ná zijn vertrek, komen hij en de heelmeester toch tot de conclusie "dat kunsten plaats hadden". Dit zeer tot ontevredenheid overigens van de menigte buiten, "die luide ongenoegen bejegenden aan hen die het niet geloofde".
Hij berichtte de Officier van Justitie in Den Bosch dat "de vrouw het meisje in haar vrijheid tekort doet". Of deze maatregelen nam en hoe een en ander afliep is (nog) niet bekend.
Dit artikel verscheen eerder in De Wojstap Kroniek als
Meisje doet wonderen, profeteert en houdt predikatiën, Jan van der Leest, Wojstap Kroniek, 12e jaargang, 1991, nummer 1.
De Wojstap Kroniek is het tijdschrift voor historische publicaties over Dinther, Heeswijk en Loosbroek van de Heemkundekring De Wojstap.
Iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp kan meer informatie vinden in de Heemkamer van HKK De Wojstap, Raadhuisplein 21a, Dinther, geopend op woensdagmiddag van 14.00 tot 16.00 uur.
Bart van Schijndel
* Pieter Gelpke was burgemeester van 15 september 1835 tot 1852.
Vóór die tijd was hij al notaris in Dinther.
Hij was ook lid van de raad en bleef dat ook na zijn aftreden als burgemeester.
Pieter Gelpke overleed te Dinther op 3 april 1855 toen hij 56 jaar was.