Dorpsnieuws

Joost JansenHet Woord is vlees geworden… Een droom is uitgekomen… Was het maar waar… Ik ervaar een grote dubbelheid. Kerstmis: een prachtig feest. Een feest om samen te zijn, samen te zingen. Niets van dit alles. Kerkbezoek gelimiteerd, niets uitbundigs. Het licht schijnt in de duisternis, maar er lijkt niet veel te veranderen.

De besmettingsgraad van Covid.19 is onverminderd hoog. Waar blijven we met de boodschap van Kerstmis: ‘Vrede op aarde en in de mensen een welbehagen’?
We bevinden ons in goede gezelschap. Met onze kerststallen voor ogen lijkt het een idylle, Maria en Jozef knus bij elkaar met hun pasgeborene. Maar ook toen was het geen idylle. De geboorte van je eerste kind stel je je toch anders voor. Een stal, een voederbak, koud, wat herders die toen de marginalen van de maatschappij waren, drie koningen komen pas later. Zo is Jezus, de inspirator van ons geloof, geboren. Het begin van een beweging drukt altijd een stempel op het vervolg. Dat is een soort wetmatigheid. Zo toen, zo nu. Daarom kiezen christenen later, ook vandaag, voor de kwetsbaren in de samenleving. Omdat het bij Jezus ook zo is gegaan. Dat is niet vanzelfsprekend. Wij voelen ons ongemakkelijk bij zo’n boodschap omdat we het gezellig willen hebben, zonder veel sores aan onze kop. Zeker nu er al zoveel van ons wordt afgenomen met de coronabeperkingen.

Het licht schijnt in de duisternis die Hem niet aannam. Het zijn er velen vandaag die Hem niet aannemen of er onverschillig aan voorbijgaan. Redenen te over om aan Hem voorbij te gaan. Sluit een kerk en de mensen zeggen: de kerk is er niet meer. Dan denk ik: zie je niet de kerkmensen die zich de benen uit hun lijf lopen om in deze dagen bij de meest kwetsbaren een kerstpakket af te leveren? Dat zijn mensen die in het duister zitten, in de schaduw van de dood soms. Ik hoor van de druk op jongeren die moeite hebben met de anderhalve meter (en soms is de afstand zelfs veel groter) en die suïcidaal worden. Of ouderen die moeilijk te bereiken zijn omdat we hun eenzaamheid niet kennen. Het Licht dat in deze nacht geboren is in dit Kind van Bethlehem is voor deze mensen – jongeren, ouderen, iedereen – bestemd. Dit Licht is een mens die geheel en al Gods gelaat in onze gebroken wereld laat zien.

Wat voor een God? Niet een God voor mij privé. Geen God voor mijn ‘ik’, maar een God voor ons ‘wij’.  Het is een God van broeder- en zusterschap. Jezus zal – eenmaal volwassen – zich inzetten voor een nieuwe verbondenheid, een  vernieuwde broeder- en zusterschap onder mensen. Een nieuw Verbond. We weten dat het vandaag moeilijker is – met de beperkingen – om dit te voelen, dit te beleven. We moeten afstand houden. Maar het drukt ons wel met de neus op de feiten: het gemis aan daadwerkelijk contact zegt ons dat dit essentieel is voor ons menselijke bestaan. Een jaar geleden was het zo vanzelfsprekend, vandaag is het bijzonder. Laten we dit besef vasthouden, ook ná corona.

Tegen ons wordt in het evangelie gezegd dat wij Hem wél aanvaarden. We laten het zien door hier te zijn of via Facebook verbonden. Wat betekent dat voor ons concreet? Ik zoek even de stal van Bethlehem op. Maria en Jozef hebben hard te werken. Hun kleine kind Jezus moet verzorgd worden en dat is geen sinecure in een stal, waarschijnlijk zonder stromend water. Deze verhalen zijn opgeschreven voor ons. Hoe verzorg ik Jezus in al zijn kwetsbaarheid? Waar breng ik zijn licht bij hen die in het duister zijn? Waar vind ik de kwetsbaren voor wie Hij met name gekomen is? We mogen fier zijn dat anderen zien wat we in onze parochie voor de kwetsbaren doen. Niet voor niets heeft de Lionsclub van de Meierij en Den Dungen ons een flinke donatie gedaan. Bij een pasgeborene is de hulp op maat en niet groots. Je doet wat het baby’tje vraagt. Zo geldt dit ook voor ons: gewoon doen wat de kwetsbare ons vraagt, op maat en niet groots. Dat zal later ook de boodschap zijn van Jezus, eenmaal volwassen. Licht brengen waar mensen in het duister zijn, de kwetsbaren verzorgen omdat Hij ook kwetsbaar is. Op die manier solidariteit wekken omdat mensen nu eenmaal bedoeld zijn om broeders en zusters van elkaar te zijn. Het ‘wij’ plaatsen boven het ‘ik’. Daarin je geluk vinden. Dat is zo mooi met Kerstmis dat dit bij ons wordt opgeroepen door de geboorte van Gods eigen kind.

Joost Jansen, pastoor