Dorpsnieuws

Joost JansenEnkele jaren geleden was er in de nacht van Oud- op Nieuwjaar brand uitgebroken in een discotheek. U begrijpt dat er veel doden en gewonden waren, mensen ook voor het leven getekend. Ik herinner me, toen ik vanuit de abdij naar Loosbroek reed voor de eucharistieviering, dat een buitenlandse toerist in de buurt van die discotheek gevraagd werd of ze ervan gehoord had.

Ze had er niet van gehoord. Toen de reporter vroeg wat ze ervan vond zei ze: ‘That’s their problem.’ Dat is hun probleem. Nog steeds vind ik dit getuigen van een ongehoorde onverschilligheid. Het voorbeeld is extreem, waar het hier om gaat gebeurt dagelijks. Struisvogelhouding: wat ik niet zie, bestaat ook niet. Kleine kindjes kunnen zich onzichtbaar maken door hun handen voor hun ogen te houden. Zij denken dan: als ik de anderen niet kan zien, kunnen zij mij niet zien.
De lezingen van deze dag – voor één keer heb ik ook de tweede lezing erbij genomen -  houden ons een heel ander beeld voor: ieder is verantwoordelijk voor de ander en deze verantwoordelijkheid is niet alleen ‘in naam’ (dat wil zeggen ‘zonder verplichting’). De ander verplicht ons ook. Dat is confronterend en ik denk dat velen hier niet aan willen. Waarom niet? Omdat het ongemakkelijk is. En waarom is het ongemakkelijk? Omdat we dan ook beperkt kunnen worden in onze eigen mogelijkheden. We zien dit de laatste tijd bij de spelregels van de overheid rond corona. Waarom moeten jongeren beperkt worden in hun doen en laten? Omdat zij het virus kunnen overdragen dat voor kwetsbare ouderen dodelijk kan zijn? ‘Ik wil ‘mijn’ leven leiden, jammer voor die ouderen’, horen we. Het is harde taal. Maar als het bij een jongere gaat om zijn eigen opa of oma, dan reageert hij of zij anders. Volgens mij zit daar het recept tegen de onverschilligheid: alles plaatsen in het menselijke verkeer, dat van je eigen familie, dat van de mensen van wie je houdt en die van jou houden. Jezus zegt het al: laat eerst een broeder of zuster, een vriend of vriendin meekijken. Vervolgens wat andere betrokkenen en tenslotte de geloofsgemeenschap. Dat zijn allemaal beperkte verbanden, geen anonieme massa. Het gaat om die ander die met mij bewogen is, met een liefdevolle blik naar mij kijkt en ook – zo mag veronderstellen - mijn geluk op het oog heeft, zonder te oordelen. Dat is het begin.


Er is meer. Er is de verantwoordelijkheid voor elkaar. Een fout van een ander, een misstap zelfs, wordt mijn fout als ik er niets aan doe. Als ik het aangekaart heb dan ben ik verontschuldigd, zo niet dan slaat dit ook op mij terug. Is dit te streng, is dit te hoog gegrepen? Neen. Bij mij, en ik denk bij velen onder jullie gaat het toch zo dat als je je mond hebt gehouden terwijl je aanvoelde dat je iets had moeten zeggen, je met een vervelend gevoel blijft zitten? Dat geeft geen adem, geen geestkracht, geen geluk ook.

Een laatste stap: Jezus heeft het over binden en ontbinden. Hij zegt zelfs dat wat wij, ja wij, mensen hier in deze kerk, een ander kunnen vrijspreken en dat dit dan ook in de ruimte van God, in de hemel, gebeurt. Dit vind ik ongehoord. Dit is van een heel hoog gehalte. God vertrouwt ons het vrijspreken van een ander toe en geeft hieraan zijn goddelijke garantie. Ik zou bijna zeggen: laten we van deze mogelijkheid profiteren want er zijn nogal wat mensen die opgesloten zitten in verwijten, onvrijheid, en hierdoor ongelukkig zijn. Er is een grote behoefte aan vrij-uit kunnen spreken. Psychologen en psychiaters maken overuren. Het aanbod vanuit het Bijbelse verhaal, vanuit onze geloofsgemeenschap, is voor velen onbekend. Voor jullie dus nu niet meer…

Het draait allemaal om betrokkenheid. Die betrokkenheid kan ook een ander woord krijgen: liefde. Niet de romantische liefde die ook goed is, maar een innerlijke bewogenheid om het goed van de ander. Liefde vertaalt zich in verbondenheid, tegen de onverschilligheid van onze dagen in. Weten te luisteren en te reageren om het goed van de ander en je eigen belang even niet laten domineren. Weet dat je echt niets tekort zult komen want je krijgt - onverwachts vaak – veel terug. Al is het maar het diepe gevoel dat je eerlijk bent geweest ten opzichte van je eigen hart. Zo werkt Gods genade…

Joost Jansen