Dorpsnieuws

Joost JansenIeder van ons kent wel mensen die een uitstekend geheugen hebben en bijvoorbeeld gebeurtenissen van wel dertig tot veertig jaar geleden tot in details weten te verhalen. Soms voel ik een zekere jaloezie… Het risico is echter dat iemand dan blijft zoals die eens in een ver verleden is geweest.

Ik denk dan soms: die persoon is dan wel heel sterk gegroeid want vandaag is hij toch zo anders. Zo niet bij mijn verteller. Waar zit ‘t ‘m dat in? Ik kom dan al snel bij de lezingen die we vandaag krijgen tussen Hemelvaart en Pinksteren, lezingen die gebed ademen. De apostelen die samen met Maria in een Bovenzaal blijven bidden. Dat gebed is al aangezet toen – waarschijnlijk in die zelfde Bovenzaal – Jezus zijn laatste paasmaaltijd vierde met zijn elf vrienden. Een klein gedeelte van dat gebed rond die tafel hebben we gehoord in het evangelie. Dat samenzijn in die Bovenzaal… wat zal daar allemaal gebeurd zijn? Bij mij komen beelden op, ervaringen van gesprekken om een uitvaart voor te bereiden: weet je nog van toen, van ons pa, van ons moederke. Zo komen er vaak ook andere invalshoeken naar voren. Kijken met een zekere afstand maakt het gemakkelijker om te ontdekken wat deze vader, deze moeder ons eigenlijk gedaan heeft.

‘Het is goed dat ik heenga’, zegt Jezus ergens tot zijn vrienden. ‘De Helper, die goede, heilige Geest, kan dan zijn werk doen.’ Petrus wordt dan niet meer vastgepind op zijn verloochening van Jezus en die ‘zonen van de donder’ Johannes en Jakobus mogen hun agressie laten omvormen tot – misschien wel heftig – engagement. We zitten op deze zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren in een groeiscenario. En de eerste stap hierin is: samen bidden in een Bovenzaal. Onze abdijkerk is nu even die Bovenzaal.

Wat brengen we hier samen? Niet alleen de verhalen van 2000 jaar geleden, hoe richtinggevend en heilig ze ook zijn. Wat ons ook bijeenbrengt is ons zoeken naar verbondenheid op afstand, is onze bewogenheid voor wat er met Gods goede schepping aan de hand is. Paus Franciscus heeft niet voor niets de afgelopen week in het licht van zijn encycliek Laudato Si? geplaatst, zijn geschrift over onze wereld als ons gemeenschappelijk huis dat zo beschadigd is. Met de coronacrisis worden we met de neus op de feiten gedrukt. We worden bijna gedwongen om deze tekenen van de tijd te gaan verstaan. Deze gevoelens en gedachten leggen we op deze ochtend hier bij elkaar. We bidden er mee.

Jezus bidt ook in die Bovenzaal met wat Hém bezighoudt. Hij heeft het over ‘verheerlijken’, dat klinkt zo ver weg, iets dat boven ons begrijpen gaat, verheerlijken. Ik mag het vertalen als laten opkomen, laten stralen ook, wat het meest wezenlijke is in wat ons overkomt, wat ons overvalt. En dat is niet altijd even aangenaam en mooi, maar kan het wel worden als we het aankijken. Corona drukt ons met de neus op de feiten. In mij resoneert nog na dat ene zinnetjes van paus Franciscus, eenzaam op het lege Sint Pietersplein: ‘Wij dachten gezond te kunnen zijn in een zieke wereld.’ Nee dus. Dat ervaren we nu, ondersteund met getallen en ontelbare, vaak heftige ervaringen.

We bidden door in onze Bovenzaal,  nu hier. We hoeven gelukkig onze wereld – of die nu klein is of aarde breed – niet vast te pinnen op haar huidige toestand. Er is ons voldoende in handen gegeven om er wat aan te doen. Als de eerste stap in onze Bovenzaal is bidden, dan is de tweede stap de heilige Geest erbij halen. En als we Hem – of moet ik zeggen Haar? – erbij halen dat hebben we ook de liefde en de geborgenheid van de Vader en de concrete levensweg van Jezus. Daarmee worden we creatief: we ontdekken hoe de digitale weg ons helpt mensen nabij te zijn, zolang het niet anders kan. We zien hoe inventief men wordt om toch die ander nabij te zijn. Er komt in deze maanden veel goeds los onder mensen!

Corona zal ’n keer achter ons liggen, maar het herstel van ons ‘gemeenschappelijk huis’ duurt langer. We zullen altijd weer moeten terugkeren naar de ervaring in onze eigen Bovenzaal, samenkomen, bidden om de Helper, de Geest. Steeds maar weer het verschil maken omdat ons een kostbare schat is toevertrouwd. Hoe gaan wij met die schat om, deze week?

Joost Jansen