Dorpsnieuws

Joost JansenVerhalen te over in de aanloop van 75 jaar bevrijding. We zien bij deze belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van een volk dat op allerlei wijzen de verhalen weer worden opgediept. Spannend, confronterend ook, want niet overal zijn heldendaden verricht. Er is zwart en wit en heel veel grijs gebied.

Maar toch: verhalen te over, en ze worden doorverteld. Dat blijkt belangrijk te zijn. We doen het ook in deze viering, verhalen van nog langer geleden, ook belangrijk.

Verhalen verbinden omdat ze betrokkenheid oproepen, verhalen dagen tevens uit: zou ik in die omstandigheden met een genadeloze bezetter ook zo gereageerd hebben? Zou ik me geven voor anderen om toch mijn gemeenschap bijeen te houden? Zou ik een herder willen zijn die zijn leven inzet voor zijn schapen? Ik merk hoe actueel zo’n gelijkenis van Jezus is voor ons vandaag. Het opent ook mijn ogen voor de vele kleine initiatieven in de huidige coronacrisis. Hartverwarmend. De creativiteit van het kleine gebaar, of: van de kleine goedheid.

Mijn vraag is wel: hoe gaat dit verder? Ook als we in rustiger vaarwater komen. Hoe stevig zijn deze gebaren van ‘kleine goedheid’ verankerd onder ons? Onze tijd wordt gekenmerkt door verbrokkeling. Je doet een beetje dit, daarna is er weer een andere uitdaging en doe je een beetje dat. Je moet tenslotte aan je zelf toekomen. Had Jezus dit allemaal voor ogen toen Hij zijn gelijkenis van de Goede Herder met zijn volgelingen deelde? We weten het niet. Wat we wel weten is dat zo’n verhaal hard nodig hebben in een tijd waarin de verbanden losser worden en de sociale cohesie flink afbrokkelt.

Toch geloof ik dat het verlangen naar ‘samen’ (ook met anderhalve meter afstand) ‘oer is. Het is diep-, diep-menselijk om met elkaar op te trekken, in een club waarin ieder met eigen talenten de gemeenschap dient. Voorganger, volgers, dwarsliggers ook, mensen die in het veilige midden zitten en anderen die de grenzen opzoeken. Wanneer je op de televisie naar een kudde schapen kijkt dan herken je dit. Een herder en zijn honden zijn nodig om al die schapen bijeen te houden. De herder weet dat wanneer een schaap ontsnapt, hij niet kan instaan voor dat schaap, dat het wellicht het leven verliest.

Maar hoe verder? Deze wijsheid kunnen we wel als kerkgemeenschap herhalen, bidden om mensen die mee het voortouw nemen, een roepingenpastoraat stimuleren, maar gaat hieraan niet iets vooraf? Toen viel mijn oog op één enkele zin in de eerste lezing, die Pinkstertoespraak van Petrus. Petrus verhief zijn stem, vertelde over wat God in Jezus had verricht, namelijk dat Hij – God – Hem heeft opgewekt. De mensen zijn dan diep getroffen, Petrus heeft hun hart geraakt en – dan komt het – ze vragen: ‘Wat moeten we doen mannen, broeders?’ Gewoon de vraag: wat moeten we doen? De houding van die mensen treft me. Ze blijven niet vastzitten in hun eigen gelijk. Ze willen veranderen van koers, ze willen zich richten naar die boodschap van Petrus die met al zijn tekortkomingen toevallig de leider, de herder, van die kleine missionaire beweging is geworden. Het is allemaal zo menselijk en misschien daarom wel van God. Heeft God in Jezus niet al het menselijke gewaardeerd en opgenomen?

Maar… hoe maak je zo’n nieuwe impuls duurzaam. Ik vind dit vandaag een cruciale vraag. Met de coronacrisis zie je vele gebaren van kleine goedheid. ‘La petite bonté’, de psychiater Dirk De Wachter leent die uitdrukking van de joodse filosoof Levinas. Hoe gaat het verder? Ik meen dat dan de kracht van de verhalen ons verder moeten helpen. Verhalen van: toen ging het toch ook? Verhalen over oorlog en bevrijding: toen stonden er toch ook mensen op die reageerden op de knechtende omstandigheden? Wie zwijgt, stemt natuurlijk wel toe. Verhalen over een Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen en juist daardoor zelf ‘poort’ wordt. Die Poort geeft een doorgang tot een nieuw begrijpen van wat er zich afspeelt, nu, vandaag. Verhalen die wij zelf maken door onze manier van samenleven, als gemeenschap, als kerk. Verhalen verbinden en geven doel en richting. Herkennen we ons in dit verhaal?

Joost Jansen