Dorpsnieuws

 
Joost Jansen
 Overweging op   19 febr.                                       Er is veel haat en agressie in onze wereld. ‘Omdat jij mij dat hebt gedaan, betaal ik het je met gelijke munt terug.’ Dat gebeurt op het schoolplein, het gebeurt op het grote wereldtoneel
waar het aantal atoombommen die je in reserve hebt een wankel evenwicht in stand houdt. Oog om oog, tand om tand...
Oog om oog, het maakt de hele wereld blind, want je ziet niet meer dat er aan die ander ook nog mooiere kanten zitten. Van sommige tirannen weten wij dat ze hele lieve huisvaders zijn geweest. Zachte krachten waren blijkbaar niet totaal afwezig, hoe smerig ze soms ook gehandeld hebben..
Opnieuw krijgen we op deze zondag een gedeelte uit de Bergrede van Jezus, die grote toespraak die Hij aan het begin van zijn openbare leven heeft gehouden. ‘Dit zijn de grote lijnen van mijn visie op een goede samenleving. Kijken of de mensen dit oppikken’, lijkt Hij als het ware te denken. Maar die grote lijnen van Jezus zijn voor ons niet vanzelfsprekend. Hij verwijst ons steeds terug naar onze persoonlijke instelling. Hij verwijst terug naar het hart. Alleen vanuit het hart kan iets duurzaams ontwikkeld worden. Het gaat niet om gelijk oversteken, hoe goed dit in eerste instantie dit ook kan zijn. Het gaat om net iets meer, zelfs het beminnen van je vijanden. Kunnen wij dat? Of is dit onmogelijk? Jezus zegt het wel en dan is er natuurlijk de vraag hoe wij, gewone mensen, dit allemaal moeten verstaan.
Er is veel agressie en geweld onder mensen. We hoeven dit echt niet ver van ons bed te plaatsen en te kijken naar verre landen, het gebeurt ook in onze relaties. Vaak wordt dit ingegeven door jaloezie. Wat mijn buurman heeft, wil ook ik graag hebben, desnoods gewapender hand. Niet alleen in spullen of bezittingen, het speelt ook in gaven die je gekregen hebt, of het succes. Het initiatief van Kees om mensen uit een achterstandswijk bijeen te brengen is een klinkend succes.
Karel is stik jaloers want hij heeft dit vroeger ook geprobeerd en het is nooit van de grond gekomen. Je merkt in het gedrag van Karel dat er veel agressie zit. Het breekt hem op. Hij spreekt Carla aan en die zegt spontaan: misschien moet je je zelf en Kees vergeven. Het woord ‘vergeven’ gebruiken we vandaag niet zo vaak meer. We vinden het een soft woord. Voor dummies. Vergeven is een ouderwets woord dat haaks staat op onze huidige maatschappij waarin ieder zijn of haar eigen boontjes dopt. Vergeven wil niet zeggen dat je vergeet wat je is aangedaan. Sommige dingen draag je een leven lang met je mee. Karel is er een week, misschien wel twee weken, stil mee. Hij ontdekt dat het woord waarde heeft en hij wordt zachter van binnen. De agressie vloeit weg. En Kees komt in een ander daglicht te staan, Karel kan blij zijn met het succes van de actie van Kees.
Vergeven heeft altijd te maken met perspectief. Dat zit ook wel een beetje in het woord ‘ver-geven’, ‘verder geven’: niet om gericht te blijven op je zelf maar om samen naar voren te kijken. ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren’: het Onze Vader is hierin helder. Niemand is voor de volle 100% zuiver. Niemand is volmaakt. We kunnen wel groeien in volmaaktheid. Daarom die oproep van Jezus om volmaakt te zijn. Je bent het niet, je kunt het worden.
De Bergrede van Jezus is niet bedoeld als donderpreek. Ook niet om ons een schuldcomplex te bezorgen in de trant van: je doet het ook nooit goed. We doen het vaak wel goed, maar het kan altijd beter. We kunnen altijd groeien en we moeten ook groeien. Waarom? Omdat het niet alleen gaat om onderlinge verhoudingen, in onze gezinnen, in onze buurt, in ons dorp. Het gaat ook om goede verhoudingen in onze samenleving, in de grote wereld.
We zien hoe wij bepaald worden door wat soms één mens in zijn doorgedraaide geest kan veroorzaken (en ik denk dan aan een Trump of een zelfmoordterrorist). En alles begint toch op kleine schaal in je hart, in je gezin of in de buurt. Ieder groot gebeuren begint altijd ergens heel klein. Zomaar elkaar vergeven om de goede geest tussen mensen, zomaar liefhebben omdat die ander er nood aan heeft. Dus niet omdat ik er nood aan heb, maar om die ander. Laten we dan maar insteken op dat ‘volmaakt zijn’, het biedt perspectief om steeds te blijven groeien.
Joost Jansen, Abdij van Berne